gelegenheid in English
gelegenheid [xəleɤ°əhɛi˘t] chance, event, occurence, opportunity
Sentence patterns related to "gelegenheid"
1. Een vreugdevolle gelegenheid
2. Grijp deze unieke gelegenheid aan!
3. [Lees; geef gelegenheid voor commentaar.]
4. [Lees en geef gelegenheid voor commentaar.]
5. Ze hebben 1.000 mijl de gelegenheid.
6. Hoeveel waren er betrokken bij die gelegenheid?
7. Bij deze gelegenheid overleefden zij hun afranseling.
8. Maar de gelegenheid daartoe is niet onbeperkt.
9. Bij deze gelegenheid ving hij vier man levend.
10. Is er daarachter nog een was gelegenheid, meneer?
11. Ze waren zuiver en rein voor deze gelegenheid.
12. Dit was een gelegenheid om barmhartigheid te tonen.
13. De bespieders kregen geen gelegenheid om te vechten.
14. 12 Ook bij een andere gelegenheid toonde Jozef zelfbeheersing.
15. Anderen vinden dat de avond een betere gelegenheid biedt.
16. Bij die gelegenheid zalfde Jehovah Jezus met heilige geest.
17. Verlaag nooit je kledingnormen, voor welke gelegenheid dan ook.
18. Maak je er bij elke geschikte gelegenheid gebruik van?
19. Er is weer een ‘buitengewone gelegenheid’ die ons raakt.
20. Welke gelegenheid bood de voorziening voor nalezingen de boeren?
21. Ik ga deze gelegenheid gebruiken om volledig uit te rusten.
22. Voor die gelegenheid wordt het schip tot Pakjesboot 12 omgebouwd.
23. Ja, het leek me een goede keuze voor de gelegenheid.
24. Hoewel hij wel wat veel aan heeft voor deze gelegenheid.
25. Elk ontslag uit de eenheid was een gelegenheid tot vieren.
26. En een gelegenheid om u te eren en uw triomf.
27. Wat een goede gelegenheid om onze hemelse Vader te eren!
28. Je hebt een laatste gelegenheid om tot hen te spreken.
29. Zeg dat ze de gelegenheid krijgen om dit uit te beelden.
30. Zij had de gelegenheid in Frankrijk voor operazangeres opgeleid te worden.
31. Ik heb nooit de gelegenheid gehad om mijn geloof te bewijzen.”
32. Deze wijze mannen moeten opgewonden zijn geweest over zo’n gelegenheid.
33. Welke unieke gelegenheid hebben wij in het uitvoeren van Gods wil?
34. 20 Bij één zo’n gelegenheid sprak Jezus tot een groep sadduceeën.
35. En zij spraken bij elke geschikte gelegenheid recht over het volk.
36. U hebt me geen gelegenheid gegeven om mijn dankbaarheid te tonen.
37. Zo vroeg hij bij een bepaalde gelegenheid: „Wat dunkt u, Simon?
38. DE APOSTEL Paulus benutte elke gelegenheid om de Koninkrijksboodschap te verbreiden.
39. Ze wilde de gelegenheid niet voorbij laten gaan en belde aan.
40. Bij een andere gelegenheid als tongen van vuur — nooit als een persoon
41. ‘Nooit zullen we zijn gevoelens of zijn woorden bij deze gelegenheid vergeten.
42. (b) Wat kunnen wij leren van hetgeen hij bij die gelegenheid deed?
43. Mis geen gelegenheid om Sookee je kleren en juwelen te laten zien.
44. Waartoe stelt het gebod om discipelen te maken ons in de gelegenheid?
45. Bij een bepaalde gelegenheid had Jezus een gesprek met een Samaritaanse vrouw.
46. Bij een bepaalde gelegenheid smeekten zelfs Jezus’ apostelen: „Geef ons meer geloof.”
47. Benut elke gelegenheid om mensen uit te nodigen voor de speciale lezing.
48. (b) Waarvan kunnen we verzekerd zijn als we bij elke gelegenheid bidden?
49. * De ZHV stelt me in de gelegenheid om mijn talenten te gebruiken.
50. Oefen daarna wat je zult zeggen wanneer zich een geschikte gelegenheid voordoet.