geliefd in English
geliefd [xəlift] loved, beloved
Sentence patterns related to "geliefd"
1. Uw naam is hier echt geliefd.
2. Terzelfder tijd was Dorkas zelf niet eenzaam, maar geliefd.
3. ‘Mijn geliefd en trouw kind in de Heer’ 12
4. Een generaal zo geliefd bij z'n mannen.
5. Zendelingen op leeftijd: gewild, gezegend en geliefd
6. Door hun fraaie kleuren zijn zij geliefd als aquariumvissen.
7. Maar nu voel ik me geliefd en heb ik echte gemoedsrust.
8. Hij was een begaafd spreker en geliefd in heel de kerk.
9. Ongetwijfeld was de olijf wegens zijn kostbare olie geliefd bij de Israëlieten.
10. Een heerser, geliefd door miljoenen, met een machtig leger en de juiste naam.
11. 20 ‘Is Efraïm niet een dierbare zoon voor me, een geliefd kind?
12. Deze dingen zijn juist geliefd omdat ze zo aantrekkelijk zijn voor ons vlees.
13. Dit maakt hem in de ogen van de schapen geliefd. — Markus 10:43.
14. Maar de boom was in de eerste plaats geliefd om de olijven en de olie.
15. ‘Ik voel me dan geliefd en voel de zorg van de broeders en zusters.’
16. Een algemene eerste reactie is medelijden — droefheid dat een geliefd persoon zo zwaar moet lijden.
17. Bij intimiteit in het huwelijk voelen echtelieden zich meer één en geliefd, meer gekoesterd en begrepen.
18. 12 Volgens de wetten die Jehovah door bemiddeling van Mozes had gegeven, moesten echtgenotes ’innig geliefd’ zijn (Deuteronomium 13:6).
19. Een voorval dat plaatsvond in die roodstenen winkel illustreert het liefdadige karakter van de profeet dat hem zo geliefd maakte.
20. Iedere kom werd uit een homp klei gedrukt of gesneden. Juist de imperfectie ervan maakte het bij de mensen zo geliefd.
21. Ondanks zijn zachtaardigheid en vriendelijkheid zou hij niet geliefd zijn, en velen zouden hem afwijzen (Jesaja 42:1-3; 53:1, 3).
22. Thans is Parijs een van de mooiste steden van de wereld en geliefd om zijn schitterende architectuur, lommerrijke boulevards en wereldberoemde musea.
23. De rechtvaardigen zijn over het algemeen geliefd bij anderen, en ze schenken hun naasten uitbundige vreugde — ze maken hen gelukkig en blij.
24. Verstandige ouders in nieuw samengestelde gezinnen doen hun best om hun kinderen en stiefkinderen ervan te overtuigen dat iedereen in het gezin uniek en geliefd is en kan bijdragen aan het geluk van het gezin (Romeinen 2:11).
25. Als wij dergelijke houdingen aankweken, zal dat ons geliefd maken bij God en onze medemensen, en het zal het lelijke uiterlijk van onze overgeërfde zondige neigingen tot een minimum terugbrengen. — Galaten 5:22, 23; 2 Petrus 1:5-8.