afleveren in English

afleveren [ɑflevərən] deliver, furnish, supply

Sentence patterns related to "afleveren"

1. Ik moet hem snel afleveren.

2. Je kon niet afleveren dus je hebt het gekocht.

3. Ons probleem én't jouwe is dat... we'n zending goederen moeten afleveren.

4. Ze wil misschien lokale diensten verlenen in haar gemeenschap: babysitten, pakjes afleveren, voor huisdieren zorgen.

5. Jij moet het afleveren bij de secretaris van Zijne Majesteit, de koning.

6. Behalve dan als ze kunnen inbreken in een buitenlandse C.A. en valse certificaten afleveren.

7. Omdat hij graag zijn lading aanbidders van Jehovah uit afgelegen havens wil afleveren.

8. 't Zou vervelend zijn... als er bij't afleveren van de heroïne... 50 smerissen op ons wachten.

9. Behalve dan als ze kunnen inbreken in een buitenlandse C. A. en valse certificaten afleveren.

10. Als je naar Mogadishu reist, naar Mexico City of Mumbai, zie je dat vervallen infrastructuur en logistiek een struikelblok blijven bij het afleveren van medicijnen en gezondheidszorg in landelijke gebieden.

11. " Als je het allemaal hierop zet, zal ik het hem gaan afleveren, als jullie kunnen uitvissen wie deze man is. " Want ik had alleen zijn naam, Ray, en dit streepje muziek, en het feit dat zijn dochter overstuur was.

12. Ik zei: "Als je het allemaal hierop zet, zal ik het hem gaan afleveren, als jullie kunnen uitvissen wie deze man is." Want ik had alleen zijn naam, Ray, en dit streepje muziek, en het feit dat zijn dochter overstuur was.