afgrond in English

afgrond [ɑfxrɔnt] abyss, chasm, gulf, precipice jaws, maw abyss, gulf, precipice

Sentence patterns related to "afgrond"

1. Mam, de afgrond.

2. Blijf bij de afgrond weg

3. De wereld staat aan de rand van de afgrond.

4. De wereld staat aan de rand van de afgrond

5. Midden-aarde staat op de rand van de afgrond.

6. Frankrijk staat voor de afgrond van een revolutie.

7. In sommige bijbelvertalingen worden ze weergegeven met „graf”, „hel” of „afgrond”.

8. De republiek staat aan de rand van de afgrond.

9. Maar voor die kwellende afgrond verschenen er drie verlossende krachten.

10. We staan allemaal op de rand van de afgrond, verlamd door angst.

11. ik hou er niet van om voor de afgrond te staan.

12. Dus nam ik een aanloop en ben ik van de rand van een afgrond gesprongen.

13. Je wankelt aan de afgrond tussen leven en dood, daarom kan ik je nog bereiken

14. Je wankelt aan de afgrond tussen leven en dood, daarom kan ik je nog bereiken.

15. Het pad lag langs een bergflank en de afgrond was ruim zeshonderd meter diep.

16. Terwijl ik mijn ambities aan het overstijgen ben, zinkt hij verder de afgrond in.

17. Hoewel de demonen niet worden genoemd, spreekt het vanzelf dat als de engel met de sleutel van de afgrond, de verheerlijkte Jezus Christus, de Duivel grijpt en in de afgrond slingert, hij hetzelfde met de demonen zal doen. — Openbaring 9:11.

18. 20 Toen zag ik een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond+ en een grote ketting in zijn hand.

19. Wie opent de put van de afgrond, en hoe heeft in deze tijd een zwerm „sprinkhanen” de geestelijkheid gestoken?

20. ‘Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand.

21. (104) Een jongeman redt zijn oudere broer door hem bij de polsen te grijpen en hem uit een afgrond te trekken.

22. Op kwamen zij, en in een moment dat het potige vorm van Tom verscheen in zicht, bijna op de rand van de afgrond.

23. Telkens wanneer de vrachtwagen een scherpe bocht nam, klampten we ons uit alle macht vast, terwijl de hoog opgestapelde lading overhelde en we in een gapende afgrond keken.

24. Het feit dat de goddeloze geesten grote angst voor de afgrond hebben getoond, geeft aan dat ze zich bewust zijn van deze aanstaande opsluiting. — Lukas 8:31.

25. Regeringen hebben nagelaten te zorgen voor vrede, veiligheid en geluk. Erger nog, door hen staat de wereld op de rand van de afgrond.

26. Hun priesters, die de gelegenheid hadden het volk in het volgen van Gods Wet te verenigen, leidden de natie naar de afgrond van politieke onderlinge strijd.

27. Daarbij komt dat de kredietbeoordelaars er mede schuld aan waren dat de wereldwijde economie aan de rand van de afgrond stond. Toch hebben ze nog steeds hun werkwijze niet veranderd.

28. In Openbaring 20:1-6 wordt Christus Jezus beschreven als ’een engel die uit de hemel neerdaalt met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand’.

29. 16 Wanneer Satan en zijn demonen in de afgrond worden geworpen, zal „het land Magog”, hun vernederde plaats in de omgeving van de aarde, voor altijd verdwenen zijn (Openbaring 20:1-3).

30. Eerst moet het wereldrijk van valse religie worden vernietigd, vervolgens de politieke machten en dan moet Satan zelf in de afgrond worden geworpen. — Openbaring 18:8; 19:19-21; 20:1-3.

31. Europese leiders gedroegen zich als een „generatie van slaapwandelaars, die gedurende die serene zomer van 1914, ongemerkt over de rand van de afgrond strompelden” (De val van de vorstenhuizen: De ineenstorting van de oude wereldorde 1905-1922).

32. " En wat ding soever naast komt in de chaos van de mond dit monster, zij het beest, boot, of steen, naar beneden gaat allemaal onbeheerst dat vieze grote slikken van zijn, en omkomt in de bodemloze afgrond van zijn buik. ́

33. En zo steeg het symbolische ’scharlakengekleurde wilde beest’ in 1945 „uit de afgrond” op en klom de symbolische hoer, „Babylon de Grote”, weer op zijn rug, waar zij tot op deze dag zit zonder zich in enig opzicht te schamen (Openbaring 17:3, 5, 8).

34. 9 Onze identificatie van dit beest wordt bevestigd door enkele verdere details die door de engel worden verschaft: „Het wilde beest dat gij gezien hebt, was, maar is niet, en toch staat het op het punt uit de afgrond op te stijgen, en het zal de vernietiging tegemoet gaan” (Openbaring 17:8).