1. Zal ik aan u voordragen?

2. Het woord is aan u, minister.

3. Wij geven deze plaats aan u.

4. Ik breng alleen verslag aan u uit.

5. Ook aan u mijn nederige excuses, prinses.

6. En m'n excuses ook aan u, jongedame.

7. Winnen of verliezen, het ligt aan u.

8. Zal ik't publiek vertoon aan u overlaten, vader?

9. Denk maar aan U een nieuwe broertje krijgt.

10. De keus is aan u — criminaliteit of Gods goedkeuring

11. Ik gaf ze monsters om aan u te geven.

12. Niet in stompzinnig bloedvergieten, maar in toewijding aan u.

13. Kapellen, pelgrimsoorden, heilige plaatsen en tempels zijn aan u gewijd. . . .

14. Oh nee, ik kwam vandaag hier om dit aan U te geven.

15. Derden: Er worden kosten voor alle segmenten aan u in rekening gebracht.

16. God heeft het geschapen als een geschenk aan u, en het is wonderbaarlijk!

17. Mijn laatste advies aan u is dat u hen aan het werk zet.

18. Oh, ze zeggen ook, dat ze astrologie aan u kunnen verkopen of andere waarzeggingsmethoden.

19. En toen zei ze: ‘Mijn moeder en ik willen dit graag aan u teruggeven.’

20. Hoeveel beter is het te vergeven dan boosheid en wrok aan u te laten knagen!

21. Vele factoren kunnen van invloed zijn op het bedrag dat uiteindelijk aan u wordt uitbetaald.

22. We brengen echter geen € 5,00 aan u in rekening als uw grootste concurrent slechts € 3,00 biedt.

23. Mozes schreef: „Uw mantel is aan u niet versleten, en uw voet niet gezwollen in deze veertig jaren. . . .

24. Conversiewaarden worden altijd aan u gerapporteerd in de factureringsvaluta die u in uw Google Ads-account heeft geselecteerd.

25. Moge ik nooit meer in staat zijn te zingen als ik niet aan u denk als mijn grootste vreugde!”

26. U hebt namen van voorouders opgezocht die nog niet de verordeningen hebben ontvangen waardoor ze aan u verzegeld worden.

27. Doe uw best met het spelen op de snaren; maak uw liederen vele, opdat er aan u gedacht moge worden.’

28. Een broeder die iets beledigends of onvriendelijks heeft gedaan of gezegd, kan eerder bereid zijn de dwaling aan u alleen toe te geven.

29. Broeders en zusters, president Monson heeft mij gevraagd de algemene functionarissen en gebiedszeventigers van de kerk ter steunverlening aan u voor te stellen.

30. Maar ik vermaan u meer in het bijzonder dit te doen opdat ik des te eerder aan u word teruggegeven” (Hebreeën 13:18, 19).

31. Als de gebruiker niet bij alle getargete segmenten hoort, wordt het regelitem niet weergegeven en worden er geen kosten aan u in rekening gebracht.

32. Of hebt u uw kinderen geleerd hoe ze zelf tot een vreedzame oplossing kunnen komen, die ze vervolgens aan u moeten vertellen? — Mattheüs 5:23-25.

33. Vervolgens gebood God: „Sta op, trek het land door in zijn lengte en in zijn breedte, want aan u zal ik het geven” (Genesis 13:16, 17).

34. Broeders en zusters, ik zal nu de algemene autoriteiten, gebiedszeventigers en leden van de algemene presidiums van de hulporganisaties van de kerk ter steunverlening aan u voorstellen.

35. Wanneer de herder zegt: ‘Gij zijt in alle opzichten schoon, (...) en er is geen enkel gebrek aan u’, dan bedoelt hij duidelijk meer dan alleen haar fysieke schoonheid.

36. Hij heeft een batterij, een knop en een infrarood LED, en hij gaat aan -- u kunt het niet zien -- maar hij gaat aan als ik op de knop druk.

37. Hoe het ook zij, het is het beste de kwestie snel uit de wereld te helpen zodat wrok niet aan u blijft knagen en tragische gevolgen krijgt. — Efeziërs 4:31.

38. (Psalm 37:9-11; Spreuken 2:21, 22) De beslissing met betrekking tot de handelwijze die nu gevolgd moet worden, staat aan u, werkelijk een beslissing waarbij het om leven of dood gaat.

39. In 1675 gaf de katholieke geestelijkheid 4,5 miljoen Franse ponden aan koning Lodewijk XIV met de woorden: „Het is nu aan u om verder uw dankbaarheid te tonen door uw autoriteit aan te wenden om de ketterij volledig uit te roeien.”

40. De profeet bidt: „Er is niemand die uw naam aanroept, niemand die zich vermant om zich aan u vast te grijpen; want gij hebt uw aangezicht voor ons verborgen, en gij doet ons wegsmelten door de macht van onze dwaling” (Jesaja 64:7).