stellig in French

stellig [stɛləx] assuré, certain, sû

Sentence patterns related to "stellig"

1. Stellig niet in onbeheerste uitbarstingen.

2. Stellig niet de vuriggekleurde draak, Satan, en zijn demonenlegers!

3. „Zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen, en zij zullen stellig wijngaarden planten en hun vrucht eten.

4. „De aarde zelf zal stellig haar opbrengst geven.”

5. Zij zullen stellig zeer beschaamd worden” (Jeremia 20:11).

6. Stellig willen wij niet zijn gebrek aan waardering nabootsen.

7. Op Jehovah’s bestemde tijd zal de geduchte vijand „stellig oprukken als wind”.

8. Diep wanhopig zegt Job: „Mijn ziel walgt stellig van mijn leven.”

9. 26 De profetie vervolgt: „En de menigte zal stellig weggevoerd worden.

10. Stellig zou u onmiddellijk op zoek gaan naar een bron van veilig, zuiver water.

11. In een latere profetie voorzegt Jesaja: „Jehovah zal Sion stellig troosten.

12. Een man die dit doet, zal zijn vrouw stellig niet als inferieur behandelen.

13. Spreuken 19:11 zegt: „Het inzicht van een mens vertraagt stellig zijn toorn.”

14. Maar na deze zullen er stellig zeven jaren van hongersnood aanbreken, en al de overvloed in het land Egypte zal stellig vergeten worden en de hongersnood zal het land eenvoudig verteren. . . .

15. 27 Twee zijn stellig beter dan één, maar één is beter dan geen.

16. Door zijn oog op het doel gericht te houden zal de rechtvaardige stellig opstaan

17. En de zuigeling zal stellig spelen bij het hol van de cobra.” — Jesaja 11:6-9.

18. Als die tijd is aangebroken, ’zal de aarde zelf stellig haar opbrengst geven’.

19. Ik getuig stellig dat de Schriften een sleutel tot onze geestelijke bescherming zijn.

20. En hij zal stellig richten onder de natiën en de zaken rechtzetten met betrekking tot vele volken.

21. Ja, daar zal de nachtzwaluw stellig haar gemak nemen en zich een rustplaats vinden.

22. Ikzelf zal stellig handelen, opdat ikzelf kan dragen en opdat ikzelf kan torsen en ontkoming kan verschaffen.”

23. En zij zullen stellig uitspruiten als tussen het groene gras, als populieren aan de watergreppels.”

24. Ik geloof stellig dat God alle dingen begrijpt en me nooit zonder troost zal laten.

25. Salomo zegt: „Wanneer goede dingen vele worden, worden degenen die ervan eten stellig vele” (Prediker 5:11).

26. 6 Wij geloven stellig dat Jehovah erop zal toezien dat het werk tot voltooiing gebracht zal worden.

27. Leif, die uit Scandinavië komt, geloofde stellig in de evolutie en beschouwde de Bijbel als een sprookjesboek.

28. 20 „De rechtvaardige kan wel zevenmaal vallen, en hij zal stellig opstaan”, zegt Spreuken 24:16.

29. VOLDOENDE VOEDSEL: „De aarde zelf zal stellig haar opbrengst geven; God, onze God, zal ons zegenen.”

30. En zij zullen stellig uw woorden horen, maar er zijn er geen die ze doen” (Ezechiël 33:30-32).

31. Elk geluid, elke maar even zichtbare schaduw zou stellig voedsel geven aan hun verwachtingen: ’Kan dit onze meester zijn?’

32. ‘Hij zal stellig rechtspreken onder vele volken en de zaken rechtzetten met betrekking tot verre, machtige natiën.

33. 21 „Een uit de spruit van haar wortels zal stellig in zijn positie opstaan,” zei de engel, „en hij zal tot de krijgsmacht komen en tegen de vesting van de koning van het noorden komen en zal stellig handelend tegen hen optreden en zegevieren” (Daniël 11:7).

34. [Jehovah] zal zijn engel voor u uit zenden, en gij zult stellig vandaar een vrouw voor mijn zoon nemen.”

35. En ik zal stellig mijn verbond geven tussen mij en u, opdat ik u zeer, zeer moge vermenigvuldigen.”

36. Ikzelf zal stellig handelen, opdat ikzelf kan dragen en opdat ikzelf kan torsen en ontkoming kan verschaffen” (Jesaja 46:4).

37. „De aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah, zoals de wateren ook de zee bedekken.” — Jesaja 11:9.

38. Jehovah zelf aan uw rechterhand zal stellig koningen verpletteren op de dag van zijn toorn.” — Psalm 110:2, 4, 5.

39. De engel had gewaarschuwd: „Velen zullen zich stellig door middel van geslepen gladheid bij hen aansluiten” (Daniël 11:34b).

40. U kunt de cursisten in overweging geven om de zinsnede ‘er kon stellig geen gelukkiger volk zijn’ te markeren.

41. ’Allen die het bericht over de stad horen, zullen stellig in hun handen klappen’ en zich verheugen. — Nahum 3:1, 19.

42. Hij voegde eraan toe: „God weet dat nog op de dag dat gij ervan eet, uw ogen stellig geopend zullen worden.”

43. Satan beweerde dat haar ogen ’stellig geopend zouden worden’ als ze van „de boom der kennis van goed en kwaad” zou eten.

44. Laten we daarom de woorden uit Jeremia 31:12 ter harte nemen: „Zij zullen stellig . . . stralen over de goedheid van Jehovah.”

45. Jezus gaf het antwoord te kennen toen hij zei: „Ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen stellig nooit worden vernietigd” (Johannes 10:28).

46. Hij zal stellig niet voor eeuwig aan zijn toorn vasthouden, want hij schept behagen in liefderijke goedheid.” — Micha 7:18.

47. Jehovah beloofde aan Abraham: „Door bemiddeling van uw zaad zullen alle natiën der aarde zich stellig zegenen” (Genesis 22:18).

48. En daar zullen de vaste bezoekers van waterloze streken zich stellig legeren, en hun huizen moeten gevuld zijn met oehoes.

49. 21 Het zal stellig een onuitsprekelijk groots voorrecht en een al even grote vreugde zijn om in zo’n nieuwe wereld te zijn!

50. En hij zal stellig worden als een eenzame boom in de woestijnvlakte en zal niet zien wanneer het goede komt.” — Jeremia 17:5-8.