slogan in French
slogan [slogən] sloga
Sentence patterns related to "slogan"
1. Welke slogan is beter?
2. Die slogan was echt waar!
3. Ik bedoel, ga voor die slogan.
4. En een pittige soort slogan dan?
5. Er is geen slogan of symbool die democratie weergeeft.
6. Maar verandering is niet alleen een slogan.
7. Voor ons was het meer dan een slogan.
8. "Er zit een held in ons allen," is hun slogan.
9. " Er zit een held in ons allen, " is hun slogan.
10. Mijn eerste slogan is: als je de leider bent, leid dan ook.
11. Twee weken later gebruikte het leger de slogan: 'Wees alles wat je kan zijn.'
12. Dus ́Just Do It', ́Think Different', en ́Enjoy ́ de kracht van de slogan.
13. De slogan " Er zit een Samson in je betekent alles voor me ".
14. De slogan van de vroege jaren zeventig was "Ga naar de mensen.
15. Op de muur achter hen staat de slogan van de culturele revolutie:
16. Hen wordt de slogan "vier benen goed, twee benen slecht" aangeleerd, die ze constant roepen.
17. Vandaag is de politieke slogan: "Bijli, sadak, pani," wat betekent: "Elektriciteit, water en wegen."
18. Het is een debiele slogan maakten ze voor de evacuatie, om het minder laf te laten lijken.