slak in French
slak [slɑk] escargot, limaçon limace
Sentence patterns related to "slak"
1. Die slak is snel.
2. Taco Man vond dooie slak.
3. Zo traag als een slak?
4. Supercomputer staat gelijk met een slak
5. Die slak wilde je bijten.
6. Ik noemde het lastpaard Slowpoke, oftewel slak, en met recht.
7. Probeer om een slak als huisdier te hebben
8. Jij wilt al ons spaargeld investeren in een slak.
9. Dat ding gaat rondzwiepen om de slak te kraken.
10. Net zoals hoe mijn schoonmoeder haar de hele tijd Noah's slak noemde.
11. Uit elke slak kon maar een heel klein beetje verf worden gehaald, en voor één gram van de kostbare vloeistof waren zo’n achtduizend slakken nodig. Stof in die kleur was dus heel kostbaar.