sieraad in French
sieraad [sirat] ornament, parure ornement
Sentence patterns related to "sieraad"
1. ’Het sieraad van heel Galilea’
2. U bent het fonkelende sieraad van het mensdom.
3. 4 En de verwelkende bloem van zijn schitterende sieraad,
4. 8:9 — Wat wordt door „het Sieraad” afgebeeld?
5. en de verwelkende bloesem van zijn schitterende sieraad,
6. Wat is „het Sieraad” dat in het visioen genoemd wordt?
7. Het uitspruitsel van Jehovah zal „tot sieraad en tot heerlijkheid worden”.
8. Toch werd ze door de beroemde joodse geschiedschrijver Flavius Josephus uit de eerste eeuw lovend ’het sieraad van heel Galilea’ genoemd.
9. Het was zo mooi dat het als „het sieraad [„juweel”, Belgische Professorenbijbel] van alle landen” werd beschouwd (Ezechiël 20:6).
10. Spreuken 14:28 antwoordt: „In de veelheid van volk ligt het sieraad van een koning, maar in gebrek aan bevolking ligt de ondergang van een hoogwaardigheidsbekleder.”
11. 19 En Babylon, het sieraad van de koninkrijken, de atrotse luister van de Chaldeeën, zal zijn als bSodom en Gomorra, toen God ze ondersteboven keerde;
12. DANIËL 8:9 „En uit een van die kwam nog een horen voort, een kleine, en hij bleef in aanzienlijke mate groter worden naar het zuiden en naar de opgang der zon en naar het Sieraad.