sinaasappel in French

sinaasappel [sinasɑpəl] orange

Sentence patterns related to "sinaasappel"

Below are sample sentences containing the word "sinaasappel" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "sinaasappel", or refer to the context using the word "sinaasappel" in the Dutch - French Dictionary.

1. Ik heb een sinaasappel meegebracht.

2. Mrs Goshen wil graag losse Turkse thee met sinaasappel of munt smaak.

3. Na enkele onderzoeken vertelde de radioloog dat ze een levergezwel had ter grootte van een sinaasappel.

4. Of het nu een appel, een sinaasappel of iets anders was, u zou de voorkeur geven aan rijp, sappig en zoet fruit.

5. Elke tint van kleur waren ze - stro, citroen, sinaasappel, baksteen, Ierse setter -, lever -, klei, maar, zoals Spaulding zei, waren er niet veel die de echte levendige vlam - gekleurde tint.

6. Hij bloeit in de lente, en zijn gele vruchten met een gladde schil, die ongeveer zo groot zijn als een sinaasappel, rijpen in de late herfst of vroege winter.

7. Het wonder van de smaak laat ons genieten van de zoetheid van een verse sinaasappel, de verfrissende koelte van pepermuntijs, de opwekkende, bittere smaak van een kopje koffie en de verfijnde kruiden van een geheime saus van een chef-kok.