paniek in French

paniek [panik] panique

Sentence patterns related to "paniek"

Below are sample sentences containing the word "paniek" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "paniek", or refer to the context using the word "paniek" in the Dutch - French Dictionary.

1. In paniek.

2. Raak niet in paniek

3. Geen paniek, Ron.

4. Oké, geen paniek.

5. Er dreigt paniek te ontstaan.

6. Je bent in paniek.

7. Geen reden voor paniek.

8. Die bom heeft paniek veroorzaakt.

9. Paniek in de Polder.

10. Geen paniek, maar uw leven...

11. Maar er was geen paniek.

12. Soms raak ik in paniek.”

13. 14 In de avond ontstaat er paniek.

14. De hele stad raakt in paniek.

15. Nu zullen ze in paniek raken.

16. ♫ Paniek aan de podiumingang ♫

17. We willen geen paniek veroorzaken.

18. Je raakt in paniek, hè?

19. Andrew raakte in paniek, wij ook.

20. Twee zondebokken zou op paniek lijken.

21. Denk je dat hij in paniek raakt?

22. De mensen rennen in paniek rond.

23. Het laatste wat we nodig hebben, is paniek.

24. Ik zag een mengeling van trots en paniek.

25. Dat hele kleine beetje paniek dat je nu voelt --

26. Misschien ben ik toch in paniek geraakt.

27. De rebellen raakten in paniek en vluchtten.

28. Het ligt er maar aan wat je verstaat onder paniek.

29. Jij was de enige die niet in paniek geraakt is.

30. 12 Want jullie zullen niet in paniek vertrekken

31. Een waarnemer zei: „Er heerst paniek in heel Bombay.”

32. De top wil geen paniek, dus die houden het stil.

33. En zei hij waarom hij in paniek was?

34. Tijdens een noodsituatie adem je dieper uit paniek.

35. Na de eerste waaiende paniek had doorgebracht zelf Iping werd argumentatief.

36. Hij was in paniek, omdat hij net zijn vader vermoord had.

37. 25 Je zult niet bang zijn voor plotselinge paniek+

38. Ik ben meestal beter, maar ik ben nu in paniek.

39. De dominante zo nooit zo in paniek zijn geraakt.

40. Volgens de arts kon alleen paniek haar uit haar slaap halen.

41. 5 Want het is een dag van verwarring, van verslagenheid en van paniek,+

42. En nu rennen er ook nog 20 leerlingen in paniek de klas uit.

43. In paniek zijn ze gevlucht, hun soldaten keren zich niet om.

44. "Ik was in paniek en daarom heb ik de politie niet gebeld".

45. De angst voor een tweede recessie veroorzaakte paniek in de Europese Financiële wereld.

46. Doe alsof we in paniek zijn en ongeorganiseerd, zoals een walvisjager zou doen.

47. Ingeval een ramp jullie eigen gebied treft: Raak niet in paniek.

48. Door de eeuwen heen veroorzaakten besmettelijke ziekten als pokken herhaaldelijk epidemieën, paniek en dood.

49. Neemt u te veel hooi op uw vork en raakt u vervolgens in paniek?

50. Ze waren doodsbang voor polio en het veroorzaakte paniek onder de bevolking.