papier in French

papier [papir] document papie

Sentence patterns related to "papier"

1. Van papier, van papier en karton.

2. (Gelach) Van papier, van papier en karton.

3. Hooglans papier

4. Transparant papier

5. gelaagd papier

6. Katoen, papier?

7. Hoogglans papier

8. Steen, papier, schaar.

9. Fotokwaliteit inkjet-papier

10. Papier was geschonken.

11. Een stuk papier.

12. Papier is beter

13. Potlood op papier.

14. Steen, papier, schaar!

15. Het vouwen van papier.

16. Een pen en papier.

17. maar niet op papier.

18. Heeft u toilet papier?

19. Papier is kostbaar, hier.

20. Handmatige invoer van papier

21. Papier en pen, snel.

22. Kijk, het afmeld papier.

23. Ik hou van papier en ik hou van technologie. Ik maak papier interactief.

24. Breng me papier en potlood.

25. Rode inkt op roze papier.

26. Het eerste jaar is papier.

27. Het staat allemaal op papier.

28. Geef me pen en papier.

29. Mama pakte pen en papier.

30. Hij bestaat alleen op papier.

31. Spelen jullie steen-papier-schaar?

32. Heb je 50% gerecycled papier?

33. Dit is geen wc-papier.

34. Een papier-maché kreeftenkop gemaakt.

35. Het lijkt op papier-maché.

36. Heb je pen en papier?

37. Het papier vloog in brand.

38. Ben je papier-maché aan't maken?

39. ( Video ) Magnetische elektronica en ijzerachtig papier.

40. Papiermenspolitici met plenty plannen op papier,

41. Geef eens wat wc-papier aan.

42. Pen en papier heb ik nodig.

43. Ik heb alleen op papier geschoten.

44. Op papier, ben je praktisch failliet

45. Dik papier, gemaakt voor de drukpers.

46. Op dat papier stond ons adres.

47. x# dpi, normaal papier, lage kwaliteit

48. Dus neem jullie pen en papier.

49. Wat op papier staat, zegt niks.

50. Ik bedoel, een handenvrije, papier-vrije wc.