loog in French
loog [lox] lessive
Sentence patterns related to "loog"
1. Hij loog niet.
2. LOOG GIFTIG
3. Loog Bennet over mijn ouders?
4. Ze loog nooit en ze roddelde niet.
5. Ze loog zonder een spier te vertrekken.
6. De koning vond dat absurd en dacht dat de ambassadeur loog.
7. Een bleker is iemand die textiel reinigt of bleekt met behulp van loog of zeep.
8. Kennedy loog over ons aandeel in de omverwerping van Diem.
9. Wil je weten waarom ik over zoiets loog, witte man?
10. Ik loog tegen jullie beiden, en nu is er een conflict tussen jullie.
11. Daarna stopte ik hem in een olievat met wasmiddel en loog en sloot het af.
12. Toen ik zei dat ik me uit de eenheid had teruggetrokken, loog ik.
13. Want hij zal zijn als het vuur van een louteraar en als het loog van de wassers.
14. Ik loog, ik stal, ik bedroog... ik gokte, ik hoereerde, ik dronk en vervolgde, ik martelde en moordde.
15. In oude tijden voegde een louteraar vaak loog toe om de slakken van het edele metaal te helpen scheiden.
16. Eerst maakten ze de kleren goed schoon met loog, een zeep van natrium- of kaliumcarbonaat, gemaakt uit de as van bepaalde planten.
17. Dus als een man tijdens een rechtszaak loog om een erfenis te krijgen die aan een ander toebehoorde, zou hij als straf de waarde daarvan moeten betalen.
18. Nee, want Jehovah zegt vervolgens: „En ik wil mijn hand doen terugkeren op u, en ik zal uw schuimslakken door smelting uitzuiveren als met loog, en ik wil al uw afvalprodukten verwijderen” (Jesaja 1:25).