kleed in French

kleed [klet] tapis

Sentence patterns related to "kleed"

1. Kleed, breekijzer.

2. Een stinkdierkont kleed.

3. Kleed je aan.

4. Kleed je snel aan.

5. Kleed u kostbaar, niet opzichtig.

6. Kleed u leuk aan.

7. Kijk onder het kleed in de hoek.

8. Kleed je om en ga naar het weerdek.

9. Ken je het patroon van dit kleed?

10. Welke kleur had Jezus’ kleed? Purper of scharlaken?

11. Kleed je aan, we hebben dingen te doen.

12. Ze had een hoog IQ en een laaguitgesneden kleed.

13. Dochter Jaïrus; vrouw raakt kleed aan (21-43)

14. Op een dag greep zij hem bij zijn kleed vast, maar hij vluchtte, daarbij zijn kleed in haar handen achterlatend.

15. Kleed je nu aan en kam je haar.

16. Kleed je je op een manier die God eert?

17. Kleed je fatsoenlijk; spreek eerbiedig; luister naar opbouwende muziek.

18. ‘Kleed je fatsoenlijk; spreek eerbiedig; luister naar opbouwende muziek.

19. Tijdens de hoeksteenceremonie van de inwijding stonden algemene autoriteiten op dat kleed.

20. Ik moet morgen een kleed passen, dus moet ik echt naar huis.

21. Je toonde mijn grootmoeder geen respect, die ik in de stinkdierkont kleed heb begraven.

22. Kleed haar warm aan, anders holt ze het huis weer in voor een bontje.

23. 69 Ik kleed de hemelen in het zwart en maak van een rouwgewaad hun bedekking.

24. Als ik naar een begrafenis moet, kleed ik me in si klein, turquoise, purper en oranje.

25. De boom lijkt te ontwaken in een kleed van zachtroze of witte bloesem. — Prediker 12:5.

26. (Gelach) Als ik naar een begrafenis moet, kleed ik me in si klein, turquoise, purper en oranje.

27. En de engel zei tegen hem: ’Kleed u vlug aan, trek uw sandalen aan en volg mij.’

28. Vervolgens namen de broers Jozefs lange kleed en doopten het in het bloed van een geitebok en stuurden het naar hun vader.

29. Met het geld dat die heks me betaalt, is dit verdomde huis gekocht, deze tafel, het kleed dat mijn vrouw draagt!

30. Hij keek door het raam naar binnen en zag enkele mensen bij een tafel met een wit kleed en avondmaalsschalen erop zitten.

31. De hierboven genoemde vrouw kwam en raakte zonder iets tegen Jezus gezegd te hebben stilletjes zijn kleed aan en „ogenblikkelijk hield haar bloedvloeiing op”.

32. Met andere woorden, hij probeert geen nieuwe lap op een oud kleed te naaien of nieuwe wijn in een stugge, oude wijnzak te doen.

33. 32 Niet alleen zijn kleed was buitengewoon wit, maar zijn gehele gestalte was onbeschrijfelijk aheerlijk en zijn gelaat was waarlijk als de bbliksem.

34. Daar Ehud linkshandig was, verborg hij zijn wapen „onder zijn kleed, aan zijn rechterdij”, waar de lijfwachten van de koning waarschijnlijk niet zouden controleren.

35. Toen een vrouw met een bloedvloeiing hem in een menigte naderde en de franje van zijn kleed aanraakte, werd ze door een wonder gezond gemaakt.

36. Mannen in een wit kleed en met hoge zwarte hoeden op zwaaien met hun armen, draaien in het rond en buigen, en gaan zelfs op één been staan.

37. Afhankelijk van het gezichtspunt van de toeschouwer, de weerkaatsing van het licht en de achtergrond, kunnen bepaalde kleurschakeringen getemperd zijn, waardoor het kleed voor de toeschouwers verschillende tinten had.

38. Ik heb mezelf afgevraagd wat er gebeurd zou zijn als deze vrouw niet voldoende in de Heiland had geloofd om haar uiterste best te doen om zijn kleed aan te raken.

39. Als Boaz dan wakker wordt, helpt Ruths symbolische daad hem ongetwijfeld de betekenis te begrijpen van haar verzoek om ’de slip van zijn kleed over zijn slavin uit te spreiden’.

40. 23 Zodra Jozef bij zijn broers was gekomen, trokken ze hem zijn kleed uit, het speciale gewaad dat hij droeg. + 24 Vervolgens pakten ze hem beet en gooiden hem in de waterput.

41. Daarna vertelt Jezus de volgende twee illustraties: ‘Niemand verstelt een oud bovenkleed met een lap stof die nog niet gekrompen is, want dan scheurt de nieuwe lap van het kleed af en wordt de scheur nog groter.

42. Van 18 april tot 14 juni 1998 werd de lijkwade, of het kleed, waarin naar men zegt het lichaam van Jezus van Nazareth na zijn dood gewikkeld was, in de kathedraal San Giovanni Battista in Turijn (Italië) tentoongesteld.

43. 7 Ook over de tafel met het toonbrood moeten ze een blauw kleed uitspreiden. + Daarop moeten ze de schotels, de bekers, de schalen en de kannen van het drankoffer+ zetten; het offerbrood dat altijd aanwezig is,+ moet erop blijven liggen.

44. Toen nam Michal het terafimbeeld [dat kennelijk de afmetingen en de vorm van een mens had] en legde dat op het rustbed, en zij legde een net van geitehaar op de plaats van zijn hoofd, waarna zij het met een kleed toedekte.”

45. 22 De profetische boodschap vervolgt met: „Voor balsemolie [zal er] louter een duffe lucht in de plaats . . . komen; en voor een gordel een touw; en voor een artistieke haaropmaak kaalheid; en voor een rijk kleed omgording met een zak; een brandmerk in plaats van schoonheid” (Jesaja 3:24).