heel in French
heel [hel] entier complet complètement, entièrement complètement, entièrement intact bien, fort, tout, très entier, total complètement, entièrement, totalement, tout
Sentence patterns related to "heel"
1. Fusie is heel, heel moeilijk.
2. Heel grappig.
3. Heel dapper.
4. Heel erotisch.
5. Heel sexy!
6. Heel groots.
7. We oefenen een aantal heel, heel oude drijfveren.
8. Heel hip.
9. Heel veel.
10. Heel ontspannen.
11. Heel zeker.
12. Z'n ziekte sloeg heel hard en heel snel toe.
13. Heel vlot.
14. Heel aanhankelijk.
15. Heel informatief.
16. Heel voorzichtig.
17. Heel even.
18. Drinkt heel veel.
19. Heel goede waakhonden.
20. Heel interessant, Robin.
21. Heel oude wonden.
22. Mensen heel gevaarlijk.
23. Heel veel gemopper.
24. Heel veel dank.
25. Wees heel voorzichtig.
26. Heel erg bedankt.
27. Heel goed, motherfucker.
28. Kijk, heel zachtjes.
29. worden heel kleine
30. Ik wist dat het een heel persoonlijke, heel individuele manifestatie was.
31. Ze zijn heel sierlijk.
32. Deze is heel effectief.
33. Het is heel wat.
34. Dat is heel wat.
35. VOEDSELVERGIFTIGING is heel vervelend.
36. Dat is heel normaal.
37. Trek'm heel langzaam uit.
38. Dat is heel bijzonder.
39. Het is heel natuurlijk.
40. Heerser over heel Engeland!
41. Hij deed heel boos.
42. Vader was heel vooruitstrevend.
43. Nog heel even, jongens.
44. Dat was heel leerzaam
45. Hij is heel knap.
46. Behandel kinderen niet tegen concentratiestoornis tenzij het echt heel, heel slecht gaat.
47. Da's heel goed, jongen
48. Ze waren heel kritisch.
49. Je bent heel onzeker.
50. Het is heel ontvlambaar.