hek in French

hek [hɛk] barrière grille

Sentence patterns related to "hek"

1. 915 mensen haalde het hek.

2. Hij zat aan het hek.

3. Breng hem naar het hek.

4. Blijf op het hek letten.

5. Hek, in en uit, mogelijkheid.

6. Kunt u die vent bij het hek besluipen?

7. Je hebt een ijzeren hek rond drie zijden.

8. Het landschap achter het hek ziet er schitterend uit.

9. Ze kwamen tegelijkertijd bij het hek aan.

10. Hier zijn de sleutels van het hek.

11. Soms groeide het fruit tot over ons hek.

12. Ze groeiden aan onze kant van het hek!’

13. Wie zou die doek aan't hek hebben gebonden?

14. ... sta je aan de verkeerde kant van het hek.

15. Hoe beklimt ze het hek zonder gezien te worden?

16. Een hek heeft drie poten nodig, zonder Lord Jiang,

17. Nu begrijp je dat het hek eigenlijk een bescherming is.

18. Ze noemen het linkse veld hek het Groene Monster.

19. We weten niet wie ze zijn, maar ze gaan het hek neerhalen.

20. Hij is van plan het hek op te eten vanavond.

21. A- - je hebt het hek vernield, en een tomatenplant verwoest.

22. Hij stond net als jij met z'n rug naar't hek.

23. En kom dan terug en bind de blauwe doek aan het hek.

24. We knippen het hek open en gaan daarheen met gasmaskers en gas.

25. Dat is een behoorlijk groot hek voor het beschermen van druiven.

26. Maar de konijnen klommen over sommige stukken van het hek heen.

27. Als het hek zo blijft buigen, komen de walkers er overheen.

28. Ik kan me het hek nog herinneren met prikkeldraad, die mij omsloot.

29. Als Sara naar dat punt gaat, dan kunnen wij door het hek heen gaan.

30. het verklaard zelfs die enorme kracht van hem om het hek van zijn bed te rukken.

31. Als we niet door het hek kunnen moeten we er overheen of er onderdoor

32. Amy, maak je nog die blauwe doek aan het hek vast zoals ik heb gevraagd?

33. Achter dat hek, zal ieder levend wezen... je af willen maken, en je ogen opeten.

34. Dan zetten wij ons hek wijd open voor de broeders en zusters en geïnteresseerden.

35. Als Sara naar dat punt gaat, dan kunnen wij door het hek heen gaan

36. Hij moet gedood worden voor zijn daden en zijn hoofd op een hek gezet worden.

37. De wilde mormels komen over het hek en eten ons voedsel op. Ik ben't zat.

38. Een van ons moet over het prikkeldraad springen... onder de spikes doorkruipen en het hek openmaken.

39. Toen het hek openging, liepen ze elkaar onder de voet. Er waren 20 gewonden. Een vrouw stierf.

40. Het hek vormt een afscheiding tussen de woestijn en de landbouwgronden, waardoor er een ’weermuur’ is ontstaan

41. En toen de kleuters onlangs hun poort verplaatsten, ontdekten ze dat het hek gemaakt was van tapioca.

42. In gedachte kan ik Jesús Santos als onverzorgde achttienjarige over het hek bij het kerkgebouw zien kijken.

43. Door de konijnen naar omheinde stukken te leiden waar ze stierven, fungeerde het hek als een reusachtig net.

44. Aan beide kanten van het hek haalden de werklieden over een strook van drie meter alle vegetatie weg.

45. In feite is er een hek een heel stuk stroomopwaarts van deze drempel, waarachter je je in een gevarenzone bevindt.

46. Er was slechts een vredige, grasrijke plek voor de tempel. Daarop lagen vier hoekstenen, omgeven door een bescheiden hek.

47. Hij ging vaak naar het kerkgebouw en keek dan door het ijzeren hek naar de zendelingen en de jongeren die met elkaar speelden.

48. Achter dat hek... wil elk levend wezen dat kruipt, vliegt of in de modder zit... alleen maar jou doden en je oogballen opvreten.

49. Omdat vijf kinderen eten en kleren nodig hadden, was er niet genoeg geld om een hek om de tuin heen te maken.

50. Toen ze voorbij waren door het struikgewas hek stond ze in grote tuinen, met brede gazons en slingerende wandelingen met geschoren grenzen.