haal in French
haal [hal] raie, rayure
Sentence patterns related to "haal"
1. Haal salie.
2. Haal een verdoving.
3. Haal de tortilla
4. Haal de kinderen!
5. Ik haal soep.
6. Haal mijn schildknaap!
7. Haal wat medicijnen.
8. Haal hem binnen.
9. Haal haar toverstok.
10. Haal de kist.
11. Haal diep adem.
12. Haal de kids.
13. Haal z'n vel eraf.
14. Haal m'n board even.
15. Haal je k-pot.
16. Haal enkel de coke.
17. Haal die Zuil neer.
18. Bjorn, haal meer houtblokken.
19. Haal me hier uit.
20. Haal even wat biertjes.
21. Haal diep adem, Heavensbee.
22. Ik haal de bagage.
23. Haal de stoppen eruit.
24. Joey, haal diep adem.
25. Haal je handen weg.
26. Haal ze naar buiten.
27. Nee, haal maar mest.
28. Haal onderhoud naar hier.
29. Haal de oude monniken op!
30. Haal me uit het systeem.
31. Oaks, haal de bewakers, snel.
32. Haal de sonde naar binnen.
33. Haal een scheermes en water.
34. Haal haar uit mijn provincie.
35. Ik haal even wat limonade.
36. Haal mij uit deze motelkamer.
37. Haal wat hei voor me.
38. Haal het meteen door gezichtsherkenning.
39. Haal jezelf niet omlaag!” — Joshua
40. Haal alle spullen aan boord.
41. Haal medicijnen bij erkende instanties.
42. Haal de auto maar alvast.
43. Haal gewoon de trekker over.
44. Ik haal de spray morgenvroeg.
45. Haal dat uit je mond.
46. Dan haal ik wat matrassen.
47. Haal die trekker dan over.
48. Haal dat ding uit m'n gezicht.
49. Haal haar er nog niet uit.
50. Haal even wat doeken en water.