filosofie in French

filosofie [filosofi] philosophie

Sentence patterns related to "filosofie"

1. New Age filosofie belangrijke.

2. Clemens beschouwde de filosofie als „ware theologie”

3. ’De filosofie en het ijdele bedrog’ van de wereld

4. Paulus’ antwoord weerspiegelde geen Griekse filosofie (Kolossenzen 2:8).

5. Ook was ik altijd erg nieuwsgierig naar Afrikaanse filosofie.

6. Ik geef les in filosofie aan de universiteit hier vlakbij

7. In het huidige Rusland is wetenschappelijk communisme vervangen door filosofie.

8. Google CEO Eric Schmidt is een praktische uitvoerder van deze filosofie.

9. De waarheid had mij vrijgemaakt van menselijke filosofie, mystiek en astrologie.

10. Het woord „filosofie” betekent letterlijk „liefde tot en streven naar wijsheid”.

11. Gewijde verordeningen bekrachtigen deze verheffende filosofie van het gezin van God.

12. De filosofie dat er geen God of Boeddha is, verbreidde zich snel.

13. Tot op vandaag beïnvloedt die Copernicaanse revolutie onze wetenschap, filosofie, techniek en... theologie.

14. In het Chinese wushu gaat het om het gevecht...... maar de Confuciaanse filosofie geldt eveneens

15. Uiteraard hangen niet alleen mensen die het bestaan van God ontkennen deze filosofie aan.

16. In dit tijdschrift en diens opvolger, Die Friedenswarte, schreef hij over zijn pacifistische filosofie.

17. In die tijd was Babylon toonaangevend op het gebied van studie, rechtspraak en filosofie.

18. Een commentator bezag het Evangelie van Markus zelfs ’in het licht van de Mahayana-boeddhistische filosofie’!

19. De Griekse filosofie had hun geleerd dat het leven in eindeloze kringlopen of cyclussen werd herhaald.

20. Vreemd genoeg is het een verwaarloosd onderwerp, zowel in de wetenschap als in de filosofie.

21. Ze hangen te veel af van geschiedenis, van filosofie, van religie, van cultuur, van politiek.

22. De opkomst van de Humanistische filosofie leidde tot een grote ambitie om schitterende kunstwerken te maken.

23. De Vedanta-filosofie bijvoorbeeld baseert haar ideeën op de religieuze geschriften die de Upanishads worden genoemd.

24. Sommige Apostolische Vaders, onder wie Clemens, verwezen in hun geschriften naar mythen, mystieke denkbeelden en filosofie

25. In die tijd gingen velen op pad om hun zienswijzen omtrent religie en filosofie te propageren.

26. Voor de Griekse Militaire Academie staat een standbeeld van een oorlogsheld en de grondlegger van de westerse filosofie:

27. Dat het een averechtse uitwerking zou hebben als wij met hen zouden debatteren over de boeddhistische filosofie.

28. Dus een complete filosofie, een bestand van kennis over de fysieke werkelijkheid, empirisch vergaard over de eeuwen heen, verdwijnt.

29. (b) Was het voor de christenen te Kolosse raadzaam zich in de filosofie en de mystiek te verdiepen?

30. Dit maakt hem gemakkelijker te vertalen dan wanneer hij in de abstracte bewoordingen van de filosofie was geschreven.

31. De Wil tot Macht (Duits: Der Wille zur Macht) is één van de grondbegrippen van de filosofie van Friedrich Nietzsche.

32. Volgens The World Book Encyclopedia is filosofie „een vorm van navorsing — een proces van analyse, evaluatie, interpretatie en speculatie”.

33. Ze heeft veel door India gereisd en is beïnvloed door Gandhi's geweldloze succes en de oosterse filosofie in het algemeen.

34. Zijn in 1651 verschenen boek Leviathan legde vanuit het perspectief van de sociaalcontract-theorie de basis voor de moderne westerse politieke filosofie.

35. Maar met elk jaar dat voorbij gaat, raken we ze kwijt aan de cut-en-run filosofie van de houthak baronnen.

36. Christou: „Hoewel zij soms waarschuwen tegen ’filosofie en ijdel bedrog’ [Kolossenzen 2:8] — teneinde in overeenstemming te zijn met het gebod van het Nieuwe Testament — bestudeerden zij terzelfder tijd gretig filosofie en het daarop betrekking hebbende stelsel van regels en bevalen zelfs de studie ervan bij anderen aan.”

37. Raadde de apostel hun aan zich in de filosofie en de mystiek te verdiepen om met succes met valse leraren te kunnen debatteren?

38. „Misschien zal iemand u als zijn prooi wegdragen door middel van de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen” (Kolossenzen 2:8).

39. Atheïstische filosofie, materialisme, crisissen in de kerken en de angstwekkende toename in geweld zijn allemaal factoren die ertoe bijdragen dat het ware geloof wordt ondermijnd.

40. Tussen de zevende en vijfde eeuw v.G.T. schijnt de gedachte de weg te hebben gevonden van de mysterieuze Griekse religieuze culten naar de Griekse filosofie.

41. Maar de ware religie schuift de bijbelse waarheid niet terzijde ten gunste van menselijke filosofie. — Genesis 2:7; Deuteronomium 6:4; Ezechiël 18:4; Johannes 14:28.

42. 23 Confucius, China’s andere vooraanstaande wijsgeer uit de zesde eeuw v.G.T., wiens filosofie de basis werd voor het confucianisme, heeft zich niet uitgebreid uitgelaten over het hiernamaals.

43. 5 In dit klimaat werd de religie in Kolosse naar het schijnt een soort onafgebroken experiment — een verbasterd mengelmoes van judaïsme, Griekse filosofie en heidense mystiek.

44. Dit behoedde hen ervoor ’als prooi te worden weggedragen door middel van de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen’ (Kolossenzen 2:8).

45. Op school bijvoorbeeld werd ik onder druk gezet om lid te worden van de Hitlerjugend, waar kinderen werden opgeleid in militaire discipline en met de nazi-filosofie werden geïndoctrineerd.

46. Door hun toevlucht te nemen tot mythen, mystieke denkbeelden en filosofie om het christelijke geloof te verklaren, baanden deze mannen de weg voor een golf van dwalingen.

47. Het afvallige christendom ging compromissen met de Romeinse wereld aan, nam haar heidense feestdagen en haar filosofie over en aanvaardde niet alleen ambtenaarsposten maar ook militaire dienst.

48. Een van hen is Jiří Krupička, een doctor in de filosofie en de natuurwetenschappen die na vele jaren in communistische concentratiekampen te hebben doorgebracht in 1968 uit Tsjechoslowakije emigreerde.

49. Ze waren heel bekwaam in het misleiden van mensen „met overredende argumenten” en „door middel van de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen” (Kolossenzen 2:4, 8).

50. 9 Het denkbeeld van de onsterfelijkheid van de ziel heeft dus onder invloed van de Griekse filosofie zijn intrede gedaan in het judaïsme en het begrip wordt thans door de meeste geledingen ervan aanvaard.