brandend in French
brandend [brɑndənt] brûlant
Sentence patterns related to "brandend"
1. Een brandend lichaam.
2. Gave van God brandend houden (6-11)
3. Het lijkt net alsof ik een brandend gebouw ben.
4. Brandend maagzuur en zure oprispingen komen vaak voor.
5. Ik had last van maagzweren en brandend maagzuur.
6. Er hangen levens van af of u het brandend houdt.
7. Recht vooruit stond een altaar waarvan de geur van brandend reukwerk opsteeg.
8. U blijft onvermoeid brandstof toevoegen om het vuur brandend te houden.
9. Is deze man geen brandend houtblok dat uit het vuur is weggerukt?’
10. Hij bekeek de gevolgen voor de gezondheid van brandend hout versus houtskool.
11. Die kan zijn ‘als een brandend vuur, opgesloten in onze beenderen’.
12. 16 Zelfs de Libanon is niet genoeg om een vuur brandend te houden*
13. Denk eens aan een brandend kampvuur waaraan mensen zich ’s avonds heerlijk kunnen warmen.
14. Volgens de oude boeken zal een strijder een brandend zwaard uit't vuur trekken.
15. Ik zag rook boven hen in de lucht hangen en herkende het aroma van brandend tabak.
16. Rechtsgeldig, zou het beter voor mij zijn als jij brandend ten onder zou gaan.
17. Maar in mijn hart werd het als een brandend vuur, het zat opgesloten in mijn botten.
18. Het is hun taak om hun licht brandend te houden en fel te laten schijnen.
19. Tofeth, in het Dal van Hinnom, wordt hier gebruikt als een figuurlijke plaats van brandend vuur.
20. Laten wij eens drie manieren beschouwen waarop wij het vuur van deze liefde in ons hart brandend kunnen houden.
21. Degenen die hem kenden, zeiden dat hij zo moedig was dat „hij een brandend gebouw binnenging ook al holden de mensen weg”.
22. En als u ooit in dit deel van de VS bent geweest, zo zien grote hopen brandend en smeulend kolenafval eruit.
23. Dit zou zijn alsof u een brandend huis binnenrent om een prulletje te redden — met als enig gevolg dat u door de vlammen wordt verteerd.
24. 11 Jezus wilde de liefde van zijn volgelingen voor Jehovah en voor Zijn kostbare Woord der waarheid levend houden, als een brandend vuur.
25. Zoals de vlam van een helder brandend vuur zal jouw getuigenis — als het niet voortdurend gevoed wordt — tot gloeiende houtskool uitdoven en uiteindelijk helemaal afkoelen.
26. Mannix: „Zeer weinig christenen verloochenden hun geloof, hoewel er over het algemeen ten gerieve van hen een altaar met brandend vuur erop in de arena klaarstond.
27. Hij zei dat er, om de ’ziel’ van het kind te laten terugvechten, een brandend stuk hout, een fles drank, en een jong hondje nodig waren voor het offer.
28. Mannix schreef hierover: „Zeer weinig christenen verloochenden hun geloof, hoewel er ten gerieve van hen over het algemeen een altaar met een brandend vuur erop in de arena klaarstond.
29. Wanneer ze aan de brandend hete zon van „verdrukking of vervolging” worden blootgesteld, worden ze zo bevreesd dat ze hun vreugde en kracht verliezen en het opgeven Christus te volgen (Mattheüs 13:21).