Samaria in French

Samaria [samarija] Samarie Samarie

Sentence patterns related to "Samaria"

1. Het afvallige Samaria verdiende de straf die het kreeg.

2. 9 Filippus verrichtte in Samaria heel wat wonderen.

3. De Syriërs belegerden Samaria en hongerden de stad uit.

4. SIMON van Samaria stond in zijn omgeving in hoog aanzien.

5. Assyrië verovert Samaria, onderwerpt Israël; noordelijke tienstammenrijk Israël houdt op te bestaan

6. De kortste route — een reis van ongeveer drie dagen — voert hen door Samaria.

7. Samaria In dit land vertelde Jezus een vrouw bij een bron over levend water.

8. Amos vergeleek de op luxe gestelde vrouwen van Samaria met de koeien van Basan.

9. Er waren ongetwijfeld letterlijke dronkaards in Israël, aangezien er in Samaria losbandige heidense aanbidding plaatsvond.

10. In een van zijn annalen [4] claimt hij de verovering van de Israëlitische stad Samaria.

11. In 742 v.G.T. slaan Assyrische strijdkrachten het beleg voor Samaria, de hoofdstad van Israël.

12. Jonadab stapte bij Jehu in de strijdwagen en reed met hem mee naar Samaria.

13. Over hen werd voorzegd: „Samaria zal schuldig gehouden worden, want ze is werkelijk weerspannig tegen haar God.

14. ‘En het geschiedde gedurende zijn reis naar Jeruzalem, dat Hij dwars door Samaria en Galilea trok.

15. „Was mijn heer maar voor het aangezicht van de profeet die in Samaria is!”, zei ze.

16. Uit geschiedkundige verslagen blijkt dat de Assyriërs, die Samaria veroverden, tot zulke verschrikkelijke gruweldaden in staat waren.

17. Na een belegering van drie jaar valt Samaria en in 740 v.G.T. houdt het tienstammenrijk op te bestaan.

18. Net als het afgodische Samaria beweert de christenheid Jehovah te aanbidden, maar ze is door en door afvallig.

19. Omdat Samaria Jehovah heeft verloochend, heeft het niet het recht van hem te verwachten dat hij zal ingrijpen.

20. Ze sieren nog steeds de kustvlakte van Saron, de rotsachtige heuvelhellingen van Samaria en de vruchtbare dalen van Galilea.

21. We lezen: „Toen trad er voor de gemeente in heel Judea en Galilea en Samaria werkelijk een periode van vrede in” (Handelingen 9:31).

22. Op hun tocht van Judea in het zuiden naar Galilea in het noorden, komen Jezus en zijn discipelen door het district Samaria.

23. Deze vrouw ontmoette Jezus terwijl hij rustte na de hele ochtend over stoffige wegen in de heuvels van Samaria te hebben gelopen.

24. 2 In de eerste eeuw waren er in de Romeinse provincies Judea, Samaria, Perea en Galilea vele duizenden die Jezus Christus persoonlijk wel zagen en hoorden.

25. In Jizreël vestigde koning Achab — de heerser van het noordelijke tienstammenrijk Israël in de tweede helft van de tiende eeuw v.G.T. — zijn koninklijke residentie, hoewel Samaria de officiële hoofdstad was (1 Koningen 21:1).

26. Toen Ben-Hadad pochte dat hij Samaria zou vernietigen, antwoordde de koning van Israël: „Wie zich aangordt [zijn wapenrusting aandoet als voorbereiding op de strijd], beroeme zich niet als wie zich ontgordt” na een zegevierende terugkeer uit de strijd.