samenkomst in French

samenkomst [saməŋkɔmst] réunio

Sentence patterns related to "samenkomst"

1. " Recht op samenkomst, opgeschort. "

2. Hij zal nu deze halfjaarlijkse samenkomst afsluiten.

3. Als kinderen van het verbond waren wij vanmorgen bijeen in de plechtige samenkomst.

4. Ik ben nog nooit bij een samenkomst zoals deze geweest.

5. Ze moeten hun tenten opzetten rondom de tent van samenkomst, met de ingang ernaartoe.

6. En zij moeten zorg dragen voor al het gerei van de tent der samenkomst . . .

7. 21 Zachari̱a,+ de zoon van Mesele̱mja, was de poortwachter bij de ingang van de tent van samenkomst.

8. + 5 Ze vervoerden de ark, de tent van samenkomst+ en de heilige voorwerpen die in de tent waren.

9. + 4 Ze vervoerden de ark van Jehovah, de tent van samenkomst+ en de heilige voorwerpen die in de tent waren.

10. 10 Op de achtste dag moet hij twee tortelduiven of twee jonge duiven naar de priester brengen bij de ingang van de tent van samenkomst.

11. 7 Mozes nodigde Korach en zijn mannen uit zich de volgende morgen bij de tent der samenkomst te verzamelen met vuurpotten en reukwerk.

12. + 29 Op de achtste dag moet ze twee tortelduiven of twee jonge duiven+ naar de priester brengen, bij de ingang van de tent van samenkomst.

13. 6 En zoals U hebt gezegd in een aopenbaring, die ons is gegeven, waarin U ons uw vrienden noemt, en zegt: Beleg uw plechtige samenkomst, zoals Ik u heb geboden;

14. 18 Ze namen dus allemaal hun vuurpan, deden er vuur in en legden daar wierook op. Ze stelden zich bij de ingang van de tent van samenkomst op, samen met Mozes en Aäron.

15. God gaf Israël de raad: „Nieuwe maan en sabbat, het bijeenroepen van een samenkomst — ik kan het gebruik van magische kracht te zamen met de plechtige vergadering niet verdragen” (Jesaja 1:13).

16. In de wetten die Jehovah aan Mozes had gegeven, werd specifiek gezegd dat de priester die een zondeoffer offerde, een deel ervan in het voorhof van de tent der samenkomst moest eten.

17. 20 Nu werd dat gedaan omdat er zovele mensen waren, dat zij niet allen door één leraar te besturen waren; evenmin konden zij allen in één samenkomst het woord van God horen;

18. + 14 Op de achtste dag moet hij twee tortelduiven of twee jonge duiven+ meenemen en bij de ingang van de tent van samenkomst vóór Jehovah verschijnen en ze aan de priester geven.

19. + 6 En de priester moet Jehovah’s altaar bij de ingang van de tent van samenkomst met het bloed besprenkelen, en hij moet het vet in rook laten opgaan als een geur die aangenaam* is voor Jehovah.

20. 6 Als de dagen van haar reiniging voor een zoon of dochter voorbij zijn, moet ze een jonge ram van nog geen jaar oud als brandoffer+ en een jonge duif of een tortelduif als zondeoffer naar de ingang van de tent van samenkomst brengen, bij de priester.