zuur zijn in English
beacid, besou
Sentence patterns related to "zuur zijn"
1. Verrot, zuur.
2. De aarde is te zuur.
3. Wil je me het leven zuur maken?
4. Voor zuur fruit moet men extra oppassen.
5. Tomatensaus brandt op de huid als zuur.
6. Heeft een witte splash van zuur op zijn voorhoofd. ́
7. Nee, ik gooi het lijk wel in het zuur.
8. Bevat koolzuurhoudend water, citroen - zuur, kunstmatige smaakstoffen... plantaardige kleurstoffen en conserveermiddel.
9. De kabel over deze katrol is gedrenkt in zuur.
10. Wij onderscheiden vier (niet meer) smaakgewaarwordingen: zoet, zout, zuur en bitter.”
11. Je zal zien dat het orkest een soort zuur protest houdt.
12. 12 Een wereldse meester kan een christelijke slaaf het leven zuur maken.
13. Ze kreeg pas hulp nadat hij zuur in haar gezicht had gegooid.
14. Ze spuiten zuur in de ogen en de mond van de krabben.
15. Plotseling wordt hij een despoot die het leven van zijn vermeende inferieuren zuur maakt!
16. En twee smaken die je beschermen - bitter en zuur, die je beschermen tegen giftig en verrot materiaal.
17. Ik vind de Granny Smith-appels iets te zuur. Dat zijn de groene appels, hè?
18. Hij heeft mij niet nodig voor een reden om jou het leven zuur te maken.
19. Maar anderen zijn slechte huurders: ze beschadigen de boel en maken het leven van hun buren zuur.
20. Men weet bijvoorbeeld niet waarom het toevoegen van een paar druppels zuur citroensap de zoute smaak van voedsel versterkt.
21. (Publiek lacht) Het was zelfs nog moeilijker om verf te laten plakken op het zuur in een pompelmoes.
22. Je hebt een demonisch verstand een duivelse baarmoeder en hart, en je kruis ruikt naar zuur en zwavel!
23. We zijn geen van ons beiden good lookin ́een ́ we zijn zowel van ons als zuur als we kijken.
24. Indien goed, gij sham'st de muziek van zoete nieuws Door het spelen van het aan mij met zo zuur een gezicht.
25. Eén smaakknop kan wel honderd smaakreceptoren bevatten, die elk een van de vier basissmaken kunnen waarnemen: zoet, zout, zuur of bitter.