zich vergrijpen aan in English

assault, violate rob

Sentence patterns related to "zich vergrijpen aan"

1. Kikkers pasten zich aan de woestijn aan.

2. Borg passen zich snel aan.

3. Orchideeën passen zich makkelijk aan.

4. (b) Wie sloten zich bij hen aan?

5. Of zou u zich overgeven aan wanhoop?

6. Ze boden zich gewillig aan: in Oceanië

7. Die gaat zich binden aan de kanker.

8. Houdt Robinson zich wel aan de afspraak?

9. Jehovah hield zich aan al zijn beloften.

10. Hij trekt zich op aan een touw.

11. Door zich aan te sluiten bij Faceless?

12. Als hij zich terugtrekt, val ik aan.

13. Moedigen wij huisbewoners aan zich te uiten?

14. Hij paste zich aan alle soorten van mensen en omstandigheden aan.

15. „Wie zich niet aan zijn woord houdt, laadt een enorme schuld op zich.

16. Sidao zal zich nooit onderwerpen aan het khanaat.

17. Kleine bloemkoolvormige bacterien hechten zich aan de kleppen.

18. De puberteit houdt zich niet aan een tijdschema.

19. Zich voor u aan het verstoppen, wed ik.

20. Brody heeft zich aan al zijn beloftes gehouden.

21. Sommige Vietcong willen zich persoonlijk aan me overgeven.

22. Sommige Vietcong willen zich persoonlijk aan me overgeven

23. Claudio sloot zich aan bij de guerrilla' s

24. Gaat hij zich aan alcoholische dranken te buiten?

25. Maar luitenant Mendes had zich steeds opgegeven om aan boord te blijven en had zich aan activiteiten in havensteden onttrokken.