zich voorstellen in English

zich voorstellen [zixvorstɛlən] fancy, imagine intend, mea

Sentence patterns related to "zich voorstellen"

Below are sample sentences containing the word "zich voorstellen" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "zich voorstellen", or refer to the context using the word "zich voorstellen" in the Dutch - English Dictionary.

1. Iedere Prins uit het Christendom wil zich voorstellen.

2. 17 Kunt u zich voorstellen hoe bedroefd dit de nieuwe discipelen maakte?

3. Laat de klas zich voorstellen dat iemand een ernstige ziekte heeft opgelopen.

4. Laat de cursisten zich voorstellen dat zij deze verzen aan een jeugdwerkklas onderwijzen.

5. U moet zich voorstellen hoe jullie kleine meisje veilig door die voordeur komt lopen.

6. (Markus 1:40-42) Kunt u zich voorstellen hoe de man zich gevoeld moet hebben?

7. Laat de cursisten zich voorstellen dat ze een lange reis naar een verre plaats gaan maken.

8. Laat elk groepje (of elke persoon) zich voorstellen dat ze een nieuwe club of een sportteam gaan beginnen.

9. Kunt u zich voorstellen hoe bezwaard hij zich voelde toen hij hout verzamelde voor het vuur en naar de aangewezen plaats reisde?

10. Kunt u zich voorstellen hoe bezwaard hij zich voelde toen hij hout sprokkelde voor het vuur en naar de aangewezen plek reisde?

11. Ook zouden alle legers van de wereld niet kunnen worden samengeperst in de vlakte van Esdrelon, ten zuiden van Megiddo, zoals sommigen zich voorstellen.

12. De mensen in die tijd waren geen holbewoners zoals velen ze zich voorstellen: harige, domme wezens die maar wat rondsjokten met een knots in hun hand.

13. Slechts 13 procent van de ondervraagden tussen de 50 en 59 jaar en 11 procent van de 60-plussers kon zich voorstellen dat ze een jaar van hun leven zouden inruilen.