winkelen in English

winkelen [wiŋkələn] shop

Sentence patterns related to "winkelen"

Below are sample sentences containing the word "winkelen" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "winkelen", or refer to the context using the word "winkelen" in the Dutch - English Dictionary.

1. Goede scholen, lekker winkelen en veel doktoren.

2. Ik zou dolgraag gaan winkelen, maar we hebben geen geld.

3. Online willen winkelen of de winkel zelf willen bezoeken

4. Neem exemplaren mee als je gaat winkelen of reizen.

5. We kunnen wel eens samen gaan winkelen, als je wil

6. Reizigers woonachtig buiten de EU kunnen in winkels buiten de luchthaven belastingvrij winkelen.

7. Zorg ervoor dat mensen die online winkelen weten hoeveel de verzending zal kosten.

8. We zijn expressief als we emailen, sms'en, online winkelen en zelfs als we onze belastingaangifte doen.

9. Je kunt met haar gaan winkelen en toekijken als ze haar korte broek en gladiatorsandalen past.

10. Ze sturen sms'en, winkelen en zitten op Facebook tijdens de les, tijdens presentaties, tijdens alle vergaderingen.

11. Je kunt met de Google Assistent online winkelen, zoals je boodschappen doen of iets kopen voor in huis.

12. Door de televisie, de telefoon, het Internet en on line winkelen, hoe nuttig ook, worden persoonlijke contacten verwaarloosd.

13. En omdat iedereen tegelijkertijd cadeaus nodig heeft, is het winkelen door de drukte en de lange rijen vaak geen pretje.

14. Sommigen doen dat als ze winkelen, van het openbaar vervoer gebruik maken of bij een dokter in de wachtkamer zitten.

15. Maar we weten allemaal dat de sublieme kerstgeest al te vaak overschaduwd kan worden en zelfs verloren kan gaan in het hectische tempo en de stress van het winkelen, de uitgaven en de volle agenda.