in weerwil van in English
in weerwil van [inwerwilvɑn] despite, inspiteof, notwithstanding defiantly, despite, inspiteof
Sentence patterns related to "in weerwil van"
1. In weerwil van wie je trouwt.
2. Onbevreesd in weerwil van tegenstand
3. Henoch — Onbevreesd in weerwil van grote moeilijkheden
4. In weerwil van deze aanhoudende tegenstand bleef Régis lankmoedig.
5. In jouw geval is het waarschijnlijk in weerwil van wat je gedaan hebt.
6. Hoe kon Saulus in weerwil van de bewijzen ’achteruit blijven slaan tegen de prikkels’?
7. (Handelingen 19:28, 29, 34) Bleven Paulus’ reisgenoten standvastig in weerwil van deze tegenstand?
8. Zie het artikel „Getrouw en onbevreesd in weerwil van nazi-onderdrukking”, blz. 24-28.
9. 19 In weerwil van alle tegenstand werd de muur van Jeruzalem in 52 dagen voltooid.
10. Helaas geloven veel mensen wat zij willen geloven, zelfs in weerwil van overweldigende bewijzen.
11. 16 In weerwil van al zijn gepoch stond de trotse Nebukadnezar op het punt vernederd te worden.
12. In weerwil van verbodsbepalingen, vervolging, gevangenzetting en andere gewelddadige pogingen ons te stoppen, boeken we succes.
13. In weerwil van de negen verschrikkelijke plagen weigerde Farao nog steeds de Israëlieten te laten gaan.
14. In weerwil van zelfs de beste pogingen op het gebied van verzorging, kunnen ouderen, net als Myrna’s moeder, sterven.
15. Het verslag van de wijze waarop het in weerwil van enorme uitdagingen bewaard is gebleven, is werkelijk uniek onder oude geschriften.
16. 6 In weerwil van de enorme druk om zich te schikken, verkozen Daniël en zijn drie metgezellen deugd boven slechtheid.
17. Gezien de kolossale afmetingen van de ark was de taak niet eenvoudig en ze werd waarschijnlijk in weerwil van veel spot en vijandschap ten uitvoer gebracht.
18. (b) Waarom heeft Jehovah in weerwil van hun vijandigheid van grote lankmoedigheid blijk gegeven, en hoe zal de uiteindelijke afloop tot het welzijn dienen van degenen die hem liefhebben?
19. Dit hielp me te beseffen dat ik in weerwil van mijn toestand niet ontmoedigd mocht raken, ook al kon ik niet zoveel tijd in de dienst staan als ik zou willen.
20. Loyaal zijn betekent trouw zijn aan een persoon of een zaak; het houdt in dat men er onwrikbaar aan gehecht blijft, in weerwil van elke verleiding om die persoon of zaak te verlaten of te verraden.
21. In plaats daarvan streeft ze vrede en zekerheid na door bij de politieke leiders van de natiën in het gevlij te komen — in weerwil van de waarschuwing van de bijbel dat vriendschap met de wereld vijandschap met God is (Jakobus 4:4).
22. Terwijl zij zich vermaken op deze manier, leek het de heer en mevrouw Samsa, bijna aan het hetzelfde moment, hoe hun dochter, die was steeds levendig de hele tijd, had bloeide recent, in weerwil van alle problemen, die had haar wangen bleek, in een mooie en wulpse jonge vrouw.