in zijn werk gaan in English

function, operate, run, work

Sentence patterns related to "in zijn werk gaan"

1. ‘Zullen wij niet voorwaarts gaan in zo’n groot werk?’

2. We moeten grondiger te werk gaan.

3. Natuurlijk gaan we niet paniekerig te werk.

4. Het werk lijkt erg goed te gaan.

5. Laat de maagd weer aan ' t werk gaan

6. Dat werk willen wij nu ook gaan doen.’

7. Hoe zal de vernietiging van „Babylon de Grote” in zijn werk gaan?

8. We gaan zodra de Quillion zijn werk heeft gedaan.

9. Wil je een biertje gaan drinken na het werk?

10. Personen die Jehovah vrezen, gaan onder verbodsbepalingen voorzichtig te werk

11. Dan zul je van Hem en zijn werk gaan houden.

12. Daarom deden ze iets vrij radicaals in vergelijking met hoe overheden normaalgesproken te werk gaan.

13. Men moest dus omzichtig te werk gaan bij het getuigenisgeven.

14. Degenen die zich in zo’n situatie bevinden, dienen met dit voortreffelijke werk door te gaan.

15. Ze gaan via deze gigantische roltrappen op weg naar hun werk.

16. Veel van de jongere generatie bergbewoners gaan rijstbouw uit de weg en zoeken werk in andere gebieden.

17. Wanneer we ons laten dopen, gaan we deel uitmaken van dat werk.

18. Als we te haastig te werk gaan kunnen we ontdekt te worden.

19. Zijn eerste werk in de media was werk in de televisiereclame.

20. * Leiders vatten kernpunten samen en verzoeken leden om aan het werk te gaan.

21. Doet dat ons er niet aan denken hoe gewiekst afvalligen te werk gaan?

22. We doen er beslist verstandig aan in onze contacten met anderen net zo tactvol te werk te gaan!

23. Er moeten opdrachten gegeven worden en we moeten onverwijld aan het werk gaan.

24. 21 Met oprechte vrees voor God te werk gaan is dus altijd verstandig.

25. Ik werk voornamelijk in rustoorden.