grootouders in English

grootouders [xrotɑudərs] grandparents

Sentence patterns related to "grootouders"

1. Uw grootouders waren vredelievend.

2. Mijn grootouders waren diep bedroefd.

3. We zijn twee bezorgde grootouders.

4. De Okinawanen vereren hun grootouders.

5. We bezoeken onze grootouders, die we niet kennen.

6. Jij en je neven en nichten hebben dezelfde grootouders.

7. Ik was twaalf toen m'n grootouders naar een tehuis gingen.

8. Ouderling Hallstroms ouders en grootouders blijven getrouw ondanks grote beproevingen.

9. Ze werden door hun grootouders en een tante opgevoed.

10. Eentje begon met 'Boxer', de dode hond van zijn grootouders.

11. Het verhaal van mijn grootouders kan ook verkeerd opgevat worden.

12. Hoe kunnen wij onze ouders en grootouders een passende vergoeding geven?

13. Alle vier mijn grootouders bijvoorbeeld hebben de school verlaten tijdens hun vroege adolescentie.

14. Grootouders kunnen zo’n fantastische rol in het leven van hun kleinkinderen spelen!

15. Wij dienen een passende vergoeding aan ouders en grootouders te geven. — 1 Timotheüs 5:4.

16. Ik nodig jullie uit om aan je grootouders te denken en aan bejaarden.

17. Mijn grootouders waren van Japan naar Hawaii geëmigreerd, en mijn ouders waren boeddhisten.

18. * Rebekah, een tiener, zegt over haar grootouders: „We lachen altijd heel wat af.”

19. Haar grootouders van vaders kant waren Ferdinand Filips, hertog van Orléans en hertogin Helena van Mecklenburg-Schwerin.

20. Soms was dezelfde kleine jongen bij zijn grootouders waar hij liefdevol de paarden voerde.

21. Voor onze ouders en grootouders zorgen, omvat meer dan eenvoudig in hun materiële behoeften voorzien.

22. Een van de manieren waarop onze hemelse Vader zijn kinderen het liefste leidt, is door rechtschapen grootouders.

23. Na verloop van tijd gingen ook de grootouders de bijbel bestuderen en begonnen de vergaderingen te bezoeken.

24. Het was fascinerend om de persoonlijke geschiedenis en patriarchale zegens van mijn ouders en grootouders door te lezen.

25. * Welke verantwoordelijkheden hebben ouders en grootouders bij het onderwijzen en adviseren van hun kinderen en kleinkinderen?

26. Lily & Marshall verhuizen gedurende het seizoen naar een buitenwijk, naar het oude huis van Lily's grootouders.

27. Wij moeten daarom ook naar manieren zoeken om onze bejaarde ouders en grootouders te helpen hun waardigheid te behouden.

28. Haar grootouders aan moeders kant waren Anton, hertog van Montpensier en infante Luisa Fernanda van Spanje.

29. We woonden bij mijn grootouders in Burg, een kleine stad in de voormalige DDR, of Oost-Duitsland.

30. Alle vier mijn grootouders bijvoorbeeld hebben de school verlaten tijdens hun vroege adolescentie. Zij hadden geen keus.

31. Ouders en grootouders, we beklagen ons soms over de toestand in de wereld — dat scholen niet aan morele karaktervorming doen.

32. Door de nachtelijke bombardementen en de luchtaanvallen overdag, duurde het vele dagen voordat we bij mijn grootouders aankwamen.

33. Robert Ciranko, die het Schrijverscomité assisteert, haalde herinneringen op aan zijn grootouders, die alle vier gezalfd waren en oorspronkelijk uit Hongarije kwamen.

34. „Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten die . . . een passende vergoeding aan hun ouders en grootouders . . . blijven betalen.”

35. Ik kwam erachter dat twee grootouders van mijn overgrootmoeder Italiaanse immigranten waren die in de buurt van de Braziliaanse stad São Paulo een boerderij hadden.

36. Dus kinderen, pak je ouders, grootouders of speciale vrienden, en breng ze naar jullie klaslokalen om te laten zien wat je hebt gedaan.

37. Denk maar aan ouders, grootouders en verdere voorouders die weer tot leven komen en die net als hun kinderen en kleinkinderen tot volmaaktheid groeien.

38. Eugenetica kwam op en mijn grootouders realiseerden zich, vrij snel, denk ik, dat ze zich aan de verkeerde kant van de eugeneticavergelijking bevonden.

39. Vaak zijn het grootouders die hun kleinkinderen opvoeden omdat de ouders, als gevolg van alcoholisme, huiselijk geweld en algemene apathie, daar niet toe in staat zijn.

40. Om te beginnen waren mijn grootouders, die van dat verhaal over iemand in brand steken, in veel betere vorm toen ik in hun leven kwam.

41. In 1904, op zesjarige leeftijd, werd Fritz naar zijn grootouders in het Zwitserse Glarus gestuurd met de bedoeling om daar, net als zijn vader, een economische opleiding te volgen.

42. Daar hij in Midden-Portugal woonde, had hij alleen via de publicaties die hij per post ontving en een bijbel die van mijn grootouders was geweest, contact met Gods gemeente.

43. Alle ouders, grootouders en andere toeschouwers stonden op, stelden zich op in twee rijen tegenover elkaar en vormden een boog door hun armen op te heffen.

44. * Helpers gevraagd: dochters en zoons, zussen en broers, tantes en ooms, neven en nichten, grootouders, en echte vrienden om als mentor te dienen en een behulpzame hand te bieden op het verbondspad