geschil in English

geschil [xəsxil] disagreement, discord, dissension quarrel

Sentence patterns related to "geschil"

1. + Zij zullen uitspraak doen bij elk geschil in verband met geweldpleging.

2. Beslecht je geschil over Bombay met de koning dan kunnen we onderhandelen.

3. Uiteindelijk veroorzaakte het geschil een scheuring in de hele beweging van de collegianten.

4. Waarom is het vaak mogelijk en het beste het persoonlijke geschil eenvoudig voorbij te laten gaan?

5. Abraham gaf een goed voorbeeld in toegevend zijn om een geschil op te lossen

6. In een poging het geschil te beslechten, riep de Romeinse keizer Constantijn alle bisschoppen op om in Nicea bijeen te komen.

7. Gedurende de geschiedenis van de Olympische Spelen heeft het Olympisch Handvest vaak de uitslag van een Olympisch geschil bepaald.

8. • Welke lessen kunnen wij leren uit de manier waarop Abram het geschil tussen zijn dienstknechten en die van Lot beslechtte?

9. Jezus gaf de dringende raad naar de andere partij te gaan en te trachten het geschil onder vier ogen bij te leggen om vrede tot stand te brengen.

10. Na een geschil over het resultaat, scheidde de CWC zich af van de NWA en de CWC vernoemde zichzelf tot World Wide Wrestling Federation (WWWF).

11. Als we concluderen dat het om een geautoriseerde transactie gaat, kunnen we uw betalingsprofiel mogelijk pas opnieuw openen nadat u contact met uw bank heeft opgenomen en de terugvordering wegens een geschil heeft ingetrokken.

12. Als er spanningen zijn in het dorp, als het schoolgaan daalt of als er een geschil is tussen de leraar en de ouder, dan roept de pop de leerkracht en de ouder voor het hele dorp en zegt: 'Geef elkaar de hand.

13. Deze aartsengel heeft een naam, zoals wij in Judas 9 lezen: „Toen de aartsengel Michaël . . . een geschil had met de Duivel en redetwistte over Mozes’ lichaam, durfde hij niet in beschimpende bewoordingen een oordeel tegen hem uit te brengen, maar zei: ’Jehovah bestraffe u.’”