gestaag in English

gestaag [xəstax] constant, continual, permanent, sustained

Sentence patterns related to "gestaag"

1. We gaan gestaag bergafwaarts.

2. Dat groeide gestaag tot hij in 2004 Stephens studievriend ontmoette.

3. De daaropvolgende vijf jaar gaan de toestanden in Jeruzalem gestaag achteruit.

4. In 1918 piekte de steenkoolproductie in Groot- Brittannië en is sindsdien gestaag afgenomen.

5. Zelfs als er geen nieuwe vertoningen worden gegenereerd, neemt het bereik gestaag toe.

6. Dat is als een torenhoge mammoetboom, maar zelfs president Monsons getuigenis moest groeien en zich gestaag ontwikkelen.

7. Zijn inkomensgroei was gestaag, zo niet spectaculair, tot 2004, toen hij Stephens vriend van Oxford ontmoette.

8. Ghana bericht: „Sinds het nieuwe urendoel voor pioniers van kracht werd, zijn de rijen van onze gewone pioniers gestaag gegroeid.”

9. Als gevolg daarvan konden de Spanjaarden, nu onder leiding van Gouverneur-generaal Camilo de Polavieja, gestaag het verloren terrein terugwinnen.

10. Het grommen van de donder nam gestaag toe, terwijl ik keek naar hem, duidelijk en zwart, stevig geplant op de oevers van een zee van licht.

11. Zoals wij weten, neemt een pasgeborene een gestaag aanbod van een speciaal samengesteld voedsel in zich op, namelijk melk, een voeding die rijk is aan vet en eiwitten, de stoffen die nodig zijn voor groei.