genoeg hebben in English
genoeg hebben [xənuxhɛbən] befull, haveenough
Sentence patterns related to "genoeg hebben"
1. Droevig genoeg hebben wij allemaal met problemen te kampen.”
2. Elke dag sterven patiënten omdat we er niet genoeg hebben.
3. Droevig genoeg hebben de grootmachten echter een lange geschiedenis van wederzijds wantrouwen achter zich.
4. Behoort u tot degenen die net als Ronald vinden dat zij genoeg hebben van religie?
5. 2 Maar jammer genoeg hebben de nieuwsmedia van de wereld de belangrijkste feiten uit de menselijke geschiedenis grotendeels genegeerd of zelfs verdraaid.