gefluit in English
gefluit [xəfləʏt] singing
Sentence patterns related to "gefluit"
1. ( Gefluit )
2. (Gefluit)
3. ( Gelach ) ( Muziek ) ( Gefluit )
4. Dat gefluit en geklik?
5. (Gefluit) Maar het kan ook zo klinken.
6. en luisteren naar het gefluit van de herders voor de kudden?
7. Het kenmerkende gefluit dat dolfijnen gebruiken om contact te houden, verschilt sterk per individu.
8. Het kenmerkende gefluit is een fluitje dat hoort bij een bepaalde dolfijn, zoals een naam.
9. (Gefluit) Dat is het fluitje voor de sjaal, dat ook gekoppeld is aan een symbool.
10. Het meisje vond het gefluit van de vogels prachtig en praatte tegen haar oma over ieder geluid dat ze hoorde.
11. Een deel van het gekraak en geplof was bliksem, maar het rare gefluit en het vreemd melodieuze getsjilp had een exotischere oorsprong.
12. Ik genoot van de lange reizen te paard en te voet, van de rustperioden in de schaduw van de bomen, van het luisteren naar het gefluit van de vogels en het zien van de vossen die op deze verlaten wegen mijn pad kruisten.