erfgenaam in English
erfgenaam [ɛrfxənam] hei
Sentence patterns related to "erfgenaam"
1. Wie zou Abrahams erfgenaam worden?
2. Hij was erfgenaam van allerlei titels.
3. Je bent Isildurs erfgenaam, niet Isildur zelf.
4. U gaf't haar. Mam is uw enige erfgenaam.
5. De legende wordt onthuld als de erfgenaam zich bekendmaakt.
6. En pratend daarover, alle onderdanen verwachten spoedig een erfgenaam...
7. Zij was de laatste erfgenaam van de Medici familie.
8. 4 Vervolgens kwam het woord van Jehovah tot hem: ‘Deze man zal niet je erfgenaam zijn, maar je eigen zoon* zal je als erfgenaam opvolgen.’
9. En ik wil niet dat mijn erfgenaam, Achtervolgd wordt door dezelfde fout.
10. De grote Khan zou zijn enige ware erfgenaam toch niet vernederen?
11. Je kunt beginnen door ons te vertellen met welke erfgenaam je samenspande.
12. En op Gods tijd kreeg Abraham inderdaad een erfgenaam, zoals hem was beloofd (Gen.
13. Maar toen zei hij dat hij de erfgenaam was van een succesvolle spel bedrijf.
14. Sara zelf zou die erfgenaam voortbrengen, ondanks haar gevorderde leeftijd. — Genesis 17:15, 16.
15. Nu op leeftijd zijnde en duidelijke erfgenaam, vanaf voortaan, zul je Kroonprins van Camelot zijn.
16. Ik ben Titus Abrasax... de derde erfgenaam van Abrasax... en het is me... een eer... u te ontmoeten.
17. Het geeft grote trots, te weten dat ik zo'n erfgenaam heb om de naam Calavius te dragen.
18. Daar stuitte hij op een formidabele tegenstander — Caesars belangrijkste luitenant, Marcus Antonius, die verwachtte de voornaamste erfgenaam te zijn.
19. En jonge genegenheid gaapt zijn erfgenaam zijn; Dat beurs voor die liefde groan'd voor, en zou sterven,
20. Het geeft grote trots, te weten dat ik zo' n erfgenaam heb om de naam Calavius te dragen
21. Jezus Christus, de blijvende Erfgenaam van ’de troon van David’, begon als Koning over de hele mensheid te regeren. — Lukas 1:32, 33; Openbaring 11:15.
22. En aangezien Jezus’ leven op deze wijze was overgebracht opdat hij de blijvende erfgenaam van koning David kon worden, kwam hij in werkelijkheid uit het „Jeruzalem dat boven is” voort.
23. Maar uit oude huwelijkscontracten die overal in het Midden-Oosten gevonden zijn, blijkt dat het algemeen gebruikelijk was dat een onvruchtbare vrouw haar man een dienstmeisje gaf om een erfgenaam voort te brengen (Genesis 16:1-3).