edelen in English

edelen [edələn] nobility

Sentence patterns related to "edelen"

1. en oordelen edelen rechtvaardig.

2. Edelen en burgers gelijkelijk.

3. Zowel de edelen als't volk respecteren je.

4. De edelen zijn onze enige hoop.

5. Hij schilderde kooplui, winkeliers, arbeiders en edelen.

6. Ze heeft honderden edelen gekruisigd in Slavenbaai.

7. Zijne excellentie is de edelste van alle edelen van Spanje.

8. zodat ze de poorten van de edelen binnentrekken.

9. Zo ook uw katholieke edelen die nu voor u buigen.

10. Jullie edelen hebben je naam diep gekerfd... in de steen van eeuwigheid.

11. 18 De put, gegraven door vorsten, gedolven door de edelen van het volk,

12. Je afspraak maakt ook een einde aan al de steekpenningen van de edelen.

13. Ik heb ook alles in gereedheid gebracht om ook de edelen onder te vermaken.

14. Je eerste gebaar als First Council zal een belastingsvermindering zijn voor zowel de burgers als de edelen.

15. Ik weet dat Narcisse verdient wat hij krijgt, maar na afgelopen nacht... heb je de edelen aan jouw zijde nodig.

16. De psalmist schreef met betrekking tot zulke „grote wereldleiders”: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort.” — Psalm 146:3.

17. Ja, een van die vorsten en edelen die gedeporteerd waren uit het in hun geboorteland gelegen Jeruzalem en die door de monarch Nebukadnezar naar Babylon gebracht waren om voor regeringsdienst opgeleid te worden.