dirigeren in English
dirigeren [diriɤ°erən] direct, guide, manage, stee
Sentence patterns related to "dirigeren"
Below are sample sentences containing the word "dirigeren" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "dirigeren", or refer to the context using the word "dirigeren" in the Dutch - English Dictionary.
1. Ik was er niet om te dirigeren.
2. Voor het eerst werd ik uitgenodigd om het congresorkest te dirigeren.
3. Ik ga ze organiseren en dirigeren en op poten zetten in de wereld.
4. Toen ben ik beginnen dirigeren, om uiteindelijk een master te doen op de Juilliard School.
5. Het ging zelfs zo goed met zijn studie dat hij een paar keer een symfonieorkest mocht dirigeren.