bedorven in English

bedorven [bədɔrvən] spoiled addled, bad, rotte

Sentence patterns related to "bedorven"

1. Meisje bedorven voordat rijp.

2. Het vlees is bedorven.

3. Ik heb uw jasje helemaal bedorven.

4. Hij zegt dat de wereld bedorven is.

5. Omdat hun adem met bedorven lekkernijen zijn:

6. De melk is bedorven en het wasgoed begint te stinken.

7. Verpakking die van kleur verandert als je melk bedorven is.

8. Gezien hoe jij het feest bedorven hebt, staan we wel quitte.

9. Zorg ervoor dat vlees goed gaar is, en eet nooit bedorven voedsel.

10. Het was een marteling om zulke perfectie te zien bedorven door Theokoles

11. De SS zag erop toe dat het voedsel dat we kregen, bedorven en bijna niet te eten was.

12. Ik heb geen goed verhaal meer gehoord sinds ik voet zette op deze bedorven grasmat.

13. Alles op aarde wat nog niet door de mens bedorven is, ademt orde, schoonheid en doelmatigheid.

14. In feite is het enige wat hier wordt geschikt, is het bezinksel op de bodem van jouw bedorven water.

15. Alleen al in de Verenigde Staten is volgens Scientific American 20 procent van het land waarop irrigatie wordt toegepast, bedorven.

16. Het Griekse woord dat met „verdorven” is vertaald, is ook gebruikt om rottend fruit en bedorven vis of vlees te beschrijven.

17. Jeremia zag hoe de pottenbakker andere gedachten kreeg over wat hij met een bepaald vat moest doen, toen het product dat hij probeerde te maken „door de hand van de pottenbakker [werd] bedorven”.

18. Of hebt u de neiging u op de negatieve aspecten van iemands persoonlijkheid te concentreren, zo ongeveer als een reiziger die toelaat dat zijn genot van een prachtig tafereel wordt bedorven door een beetje afval dat door een onattente bezoeker is achtergelaten? — Vergelijk Prediker 7:16.