bedroefd in English

bedroefd [bədruft] sad dismal, gaunt, miserable, sad dismal, dreary, sad

Sentence patterns related to "bedroefd"

Below are sample sentences containing the word "bedroefd" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "bedroefd", or refer to the context using the word "bedroefd" in the Dutch - English Dictionary.

1. Ze waren bedroefd en blij.

2. en ben je dus vaak bedroefd,

3. Nu was Petrus werkelijk bedroefd.

4. Mijn grootouders waren diep bedroefd.

5. De Geest van de Heer wordt bedroefd.

6. ’Wees niet bedroefd gelijk de overigen’

7. Wat zal dit de getrouwe engelen bedroefd hebben!

8. Ziet de persoon er gelukkig uit of bedroefd?

9. (Hij zei dat we ‘bedroefd’ zouden zijn.)

10. Was hij bedroefd of bezorgd over iets?

11. Zet op het bord Mijn hart is bedroefd wegens ...

12. (b) Hoe kunnen wij God hetzij gelukkig of bedroefd maken?

13. Job was arm, bedroefd en zwaar ziek, maar hij bleef trouw.

14. 17 Kunt u zich voorstellen hoe bedroefd dit de nieuwe discipelen maakte?

15. Ze weten wat me bang maakt, opgewonden, in paniek, trots of bedroefd.

16. Een ernstig zieke patiënt klaagde bedroefd: „Ik zal binnenkort sterven!”

17. Ze keek op en zei bedeesd dat ze gelukkig, maar ook bedroefd was.

18. Hij wordt erg ongerust en zegt tegen de drie: ‘Ik ben dodelijk bedroefd.

19. Wanneer er iemand in de gemeente sterft, zijn wij bedroefd die persoon te verliezen.

20. Mijn moeder was daar zo bedroefd onder, dat ze ophield met spreken.

21. Geen wonder dat Jezus bedroefd was over de ongevoeligheid van hun hart!

22. „Hij ging bedroefd heen, want hij had vele bezittingen.” — Markus 10:22.

23. Toch kan zelfs dat al opbeurend zijn, bijvoorbeeld voor iemand die bedroefd of down is.

24. Maar zij voelen zich wellicht heel erg bedroefd omdat zij hun beminde verschrikkelijk missen.

25. Leg ook uit dat zij veel mensen zullen zien huilen omdat zij bedroefd zijn.

26. Ook al laat ik het niet zien, ik ben diep bedroefd over Mr Chang's dood.

27. Ik betwijfel of jullie net zo bedroefd zijn als jij om ons te zien vertrekken.

28. Bedroefd gaat hij voor het eerst in tijden terug naar de bar om dronken te worden.

29. Zou het niet tragisch zijn als we niet diep bedroefd waren wanneer we een kind verloren?

30. We zijn diep bedroefd dat't regiment vertrekt. Maar we zijn u zo erkentelijk voor uw goedheid jegens Lydia.

31. In 1 Nephi 7:20 werden de Engelse woorden ‘were sorrowful’ [bedroefd waren] bijvoorbeeld opgeschreven als ‘ware sarraful’.

32. Dan behoren wij ons pijnlijk bedroefd te voelen en moeten wij ernstig om vergeving bidden (Hebreeën 10:26-31).

33. Hij treurt, maar is ’niet zo bedroefd als de overigen, die geen hoop hebben’ (1 Thessalonicenzen 4:13, 14).

34. „Ik ben ontdaan geworden, ik heb mij uitermate diep neergebogen; de gehele dag heb ik bedroefd rondgelopen.” — Psalm 38:6.

35. 20 En het geschiedde dat zij bedroefd waren over hun goddeloosheid, zodat zij zich voor mij neerbogen en mij smeekten hun te willen vergeven wat zij mij hadden aangedaan.

36. 29 En toen Ammon hen zag, was hij buitengewoon bedroefd, want zie, zij waren naakt, en hun huid was danig doorgeschuurd doordat zij gebonden waren geweest met sterke touwen.

37. Sommigen van haar vroegere ondersteuners zullen wellicht over haar wenen en uitroepen: „Wat jammer, wat jammer”, maar degenen die bedroefd waren wegens de smaad die ze op Gods naam heeft gebracht, zullen zich verheugen:

38. 2 Hij zag dat er al bijna twee miljoen van zijn volk door het zwaard waren gedood en hij werd bedroefd van hart; ja, er waren twee miljoen sterke mannen gedood, en eveneens hun vrouwen en hun kinderen.

39. 16 welnu, omdat hij bedroefd was wegens de verstoktheid van hun hart en de verblindheid van hun verstand, ging hij in datzelfde jaar onder hen uit en begon stoutmoedig te getuigen van bekering en vergeving van zonden door geloof in de Heer Jezus Christus.

40. Bedroefd zegt Ezra vervolgens in vers 16: „Maar zij staken voortdurend de draak met de boden van de ware God en verachtten zijn woorden en dreven de spot met zijn profeten, totdat de woede van Jehovah zich tegen zijn volk verhief, totdat er geen genezing meer was.”

41. Koning Hizkía, die pijnlijk bedroefd was over deze vernedering van de enige levende en ware God Jehovah en die terecht besefte in welk groot gevaar Jeruzalem verkeerde nu de stad zich tegenover de overweldigende horde Assyriërs gesteld zag, ging naar de tempel en legde Jehovah God de kwestie voor.