afwasmiddel in English

afwasmiddel [ɑfwɑsmidəl] detergent, washing‐upliquid

Sentence patterns related to "afwasmiddel"

Below are sample sentences containing the word "afwasmiddel" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "afwasmiddel", or refer to the context using the word "afwasmiddel" in the Dutch - English Dictionary.

1. Pinehearst, klinkt als'n afwasmiddel.

2. In plaats van aanstoot te nemen, deed deze goede man thuis met de hand de afwas met extra afwasmiddel voordat hij naar de tempel ging.

3. Er werd niet meer geschreeuwd en de jongste vond het verzachtende effect van de zalf duidelijk heel wat aangenamer dan het reinigende effect van het afwasmiddel.

4. Hij klom op de stoel, hielp zijn broertje op de stoel, draaide de kraan open en goot vervolgens een grote hoeveelheid afwasmiddel op de geschaafde arm van zijn broertje.