afspraak in English

afspraak [ɑfsprak] accommodation, accord, agreement appointment, date, rendezvous

Sentence patterns related to "afspraak"

1. Een afspraak?

2. Welke afspraak?

3. Ik heb'n afspraak.

4. We hadden een afspraak.

5. Na m'n volgende afspraak.

6. We hadden een afspraak, toch?

7. De afspraak met Enright ging goed.

8. Op'n afspraak kom ik nooit terug.

9. Laten we een afspraak maken.

10. Je hebt onze afspraak verbroken.

11. Ik heb een afspraak met Dr...

12. IK HEB een heel belangrijke afspraak.

13. Ik bevestig je afspraak voor vrijdag.

14. Ik hield me aan de afspraak.

15. Een vermoeiende afspraak met de hoedenmakers?

16. Maar goed, we hebben een afspraak

17. Jullie zijn de afspraak niet nagekomen.

18. Het spijt me van de afspraak.

19. Dom, we hadden toch een afspraak?

20. Helaas kan ik m'n afspraak niet nakomen.

21. Ik heb een afspraak met Joe's zoon.

22. Ik heb een afspraak met de professor.

23. Je hield jouw deel van de afspraak.

24. Deze afspraak mag niet uit elkaar vallen.

25. Een afspraak op lange termijn die niet veranderd wordt.

26. Houdt Robinson zich wel aan de afspraak?

27. Ik heb een afspraak met Alex Prout.

28. Uh... nee, dat was niet de afspraak.

29. Heel gul, maar ik heb al een afspraak.

30. We hebben morgen een afspraak met de curator.

31. Ik vroeg je of deze afspraak was goedgekeurd.

32. En toen annuleerde je de afspraak met de directeur.

33. Mensen bellen, maken een afspraak en volgen de regels

34. De meester had geen afspraak gemaakt met zijn slaven.

35. " Ja, goed, " maar bij de derde afspraak zeggen ze:

36. Zo'n afspraak heb ik met alle vrouwen in Amerika.

37. Nee. Ik had een afspraak. en ik moet afzeggen.

38. De persoon die je zoekt heeft ergens een afspraak.

39. Want op 25 maart heb je een afspraak met de beul.

40. Die afspraak accepteren de regeringen in de wereld niet langer.

41. Wat heeft de afspraak met de vuurkoningin ons opgeleverd?

42. Maak een afspraak zonder nummer, dan moeten ze wel komen.

43. Maar het was hij die naar de afspraak met de verzetsman ging.

44. Het toeval is dat ik een afspraak heb met een echte Italiaan.

45. Ik heb een afspraak met mijn cliënt in de coffee shop.

46. Ik heb een afspraak met mijn cliënt in de coffee shop

47. Het had wat kunnen worden, maar jij hebt onze afspraak geschonden.

48. Trouwens je hebt vanmiddag een afspraak met de scout van MIT.

49. Dan sluit de overheid je op voor het verbreken van jullie afspraak.

50. Ik heb eind van de week een afspraak met Jane Davis gepland.