afspiegeling in English
afspiegeling [ɑfspiɤ°əliŋ] reflectio
Sentence patterns related to "afspiegeling"
1. U bent geen afspiegeling van deze gemeenschap.
2. Deze onderwerpen zijn geen afspiegeling van de voorkeuren van YouTube.
3. Alles wat we net gezien hebben, is een afspiegeling van menselijk gedrag.
4. Ons brein -- ons gevierde brein -- is een afspiegeling van het droogleggen van een getijdenmoeras.
5. Identiteit werd dus vooral bepaald door etniciteit, en de natiestaat was daarvan een afspiegeling.
6. Jonge, gemotiveerde mensen van alle rassen en achtergronden een echte afspiegeling van de toekomst van Amerika.
7. Het afsnijden van de rijpe korenaren was een afspiegeling van de voortijdige dood van Tammuz.
8. Zijn leven, zijn zending, zijn militaire dienst en zijn dood lijken een afspiegeling van de tegenstellingen tussen het evangelie van vrede en de ellende van oorlog.