aanleunen tegen in English

aanleunen tegen [anlønənteɤ°ən] leanagainst

Sentence patterns related to "aanleunen tegen"

1. • Klimop tegen het huis biedt bescherming tegen kwaad

2. Ik was eerlijk tegen hen en zij tegen mij.

3. Het is een waarschuwing tegen zelfverlichting, tegen gefilosofeer in een richting die tegen God ingaat.

4. Zij zeggen tegen Pilatus: ’Jezus is tegen de regering.

5. Ik ben tegen homoseksueel gedrag, niet tegen homoseksuele mensen.”

6. Ze werken tegen de klok en tegen de thermometer.

7. Ik verzet me tegen alle aantijgingen tegen mijn organisatie.

8. Waarschuwing tegen afgoderij

9. Tegen elke prijs?

10. Bescherming tegen vleierij

11. Wie is tegen?

12. Tegen de muur.

13. Vier tegen één?

14. Bescherming tegen steekmuggen

15. Het is dus niet een strijd tegen mensen, tegen „bloed en vlees”, maar een strijd tegen „goddeloze geestenkrachten”.

16. Oe nazi's en de fascisten zijn tegen democratie en tegen communisme.

17. Geweld tegen vrouwen.

18. Hou me tegen...

19. Tegen de vlakte.

20. Het leger is tegen hem omdat hij tegen hun beleid is.

21. Gods wet tegen dronkenschap beschermt ons tegen dodelijke ziekten en ongelukken.

22. Omdat de Israëlieten zich tegen God en tegen Mozes hebben gekeerd.

23. Tegen het einde van 1932 liepen meer dan 2300 aanklachten tegen Bijbelonderzoekers.

24. Ik ging me richten op gewasbescherming -- bescherming tegen insecten, tegen slechte beestjes.

25. 19 Uitspraak tegen Egypte:+