aanmatiging in English
aanmatiging [anmatəɤ°iŋ] arrogance, assumingness, overbearingness, presumption arrogance, assumingness, high‐handedness, presumption, pretence assumingness, overbearingness, presumption, pretence
Sentence patterns related to "aanmatiging"
Below are sample sentences containing the word "aanmatiging" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "aanmatiging", or refer to the context using the word "aanmatiging" in the Dutch - English Dictionary.
1. We moeten vrijmoedigheid nooit verwarren met Satans vervalsing: aanmatiging (zie Alma 38:12).
2. Faust van het Eerste Presidium heeft gezegd hoe we aanmatiging kunnen vermijden: ‘Ik geloof niet dat we [...] luidruchtig, opdringerig of ongevoelig moeten zijn in onze opzet om zendingswerk te doen.’ (James P.