Zimbabwe in English

Zimbabwe [zimbbwə] Zimbabwe

Sentence patterns related to "Zimbabwe"

1. Het team vertegenwoordigt Zimbabwe tijdens internationale wedstrijden.

2. Het afgelopen decennium is Zimbabwe geteisterd door droogte.

3. De zo belangrijke theocratische bouwactiviteiten gaan door in Zimbabwe.

4. In Zimbabwe hebben ruim zestig jongeren van de kerk bloed gegeven.

5. De volgende dag waren de winkels helemaal leeg.’ — Paul (Zimbabwe).

6. Air Zimbabwe is een Zimbabwaanse luchtvaartmaatschappij met haar thuisbasis in Harare.

7. 7 Ook in het buurland Zimbabwe was een fijne pioniersgeest te zien.

8. • Zimbabwe: Echtscheiding maakt een einde aan ongeveer 2 op de 5 huwelijken.

9. Het land is sinds 1980 onafhankelijk met internationale erkenning als de Republiek Zimbabwe.

10. Het bevrijdingsleger kreeg logistieke en militaire steun van omliggende landen als Rwanda, Oeganda, Angola en Zimbabwe.

11. Hongersnood had toegeslagen in mijn land, Zimbabwe, en we hadden gewoon niet genoeg te eten.

12. De Beweging voor Democratische Verandering (MDC) (Engels: Movement for Democratic Change) was een politieke partij in Zimbabwe.

13. We mochten de terminal niet verlaten, dus we sliepen naast enorm grote marmeren beelden uit Zimbabwe.

14. Het is niet alleen Innocent in Zimbabwe, over wie ik jullie vertelde, maar verdedigers over de hele wereld zijn hiernaar op zoek.

15. Het ontwerp van de termietenheuvel is zo indrukwekkend dat architecten een vergelijkbare techniek hebben toegepast op een kantoorgebouw in Zimbabwe.

16. Denk aan de Weimarrepubliek in 1930, Zimbabwe, meer recentelijk in 2008, toen de prijzen van basisbehoeften, zoals brood, elke dag verdubbelden.

17. Terugblikkend op de ontwikkelingen die in dit opzicht hebben plaatsgevonden, schreef het bijkantoor in Zimbabwe: „Binnen een maand nadat er een nieuwe Koninkrijkszaal is gebouwd, verdubbelt gewoonlijk het aantal aanwezigen.” — Afb. 6 en 7.