topje in French
topje [tɔpjə] bout, cime, pointe, sommet comble, faîte, haut, sommet, summo
Sentence patterns related to "topje"
1. Het topje van de ijsberg.
2. Bourne is slechts het topje van de ijsberg.
3. Het topje van de ijsberg smelt, Frank.
4. Dit is maar het topje van de ijsberg.
5. Dit is nog maar het topje van de ijsberg.
6. Maar de uitvalcrisis is maar het topje van de ijsberg.
7. Dat is net als het topje van de ijsberg.
8. Dit is echter slechts het topje van de ijsberg.
9. Zijn morele schande is maar het topje van de ijsberg.
10. Maar dit geweld is slechts het topje van de ijsberg.
11. Ik heb de abnormaliteit gevonden, ik moet het topje van je hoofd er af snijden.
12. In zekere zin is het alsof ik naar jou kijk en een vriendelijke, slimme, jonge vrouw zie met een roos topje aan.