stam in French

stam [stɑm] racine tribu tronc

Sentence patterns related to "stam"

1. Een hele bloeddorstige stam.

2. Geboren in de stam Juda

3. Welke stam dan?

4. De hele Kiowa-stam.

5. Ik stam af van een inheemse stam in de bergen van Balochistan: Brahui.

6. Een man van uw stam.

7. Stam zegt onschuldig te zijn.

8. Stam Benjamin gered (1-25)

9. Jouw gedachte van de stam?

10. Welnu, in Israël werd de stam Levi apart gezet voor tempeldienst, en binnen die stam was de levitische priesterschap.

11. 5 Uit de stam Juda 12.000 verzegeld,

12. Geen stam mag de andere iets aandoen.

13. Maak jij de stam maar.

14. nauwelijks is hun stam in de aarde geworteld,

15. Ze behoort tot een naburige stam.

16. 4 Dit zijn hun namen: van de stam Ruben Sammu̱a, de zoon van Za̱kkur; 5 van de stam Simeon Sa̱fat, de zoon van Ho̱ri; 6 van de stam Juda Kaleb,+ de zoon van Jefu̱nne; 7 van de stam I̱ssaschar Ji̱gal, de zoon van Jozef; 8 van de stam Efraïm Hosea,+ de zoon van Nun; 9 van de stam Benjamin Pa̱lti, de zoon van Ra̱fu; 10 van de stam Ze̱bulon Ga̱ddiël, de zoon van So̱di; 11 van de stam Jozef,+ voor de stam Manasse,+ Ga̱ddi, de zoon van Su̱si; 12 van de stam Dan A̱mmiël, de zoon van Gema̱lli; 13 van de stam Aser Se̱thur, de zoon van Michaël; 14 van de stam Na̱ftali Na̱hbi, de zoon van Wo̱fsi; 15 van de stam Gad Gu̱ël, de zoon van Ma̱chi.

17. Jullie zijn toch de TED-stam?

18. Elke stam heeft zijn geheime wapen.

19. Die stam waarin ik ben geboren.

20. We hebben eigenlijk beter stam-DNA nodig.

21. De prairie-indianen waren een primitieve stam...

22. De stam wreekte zich op 3 indringers.

23. Dat is een ontmoeting van een Niveau Drie- stam.

24. Kenianen denken aan de Kalenjin-stam bij goede marathonlopers.

25. De stam kan lang of kort zijn.

26. Daar heeft je stam het geld niet voor.

27. Achan van de stam Juda werd als de schuldige aangewezen.

28. Iedereen kiest een vertegenwoordiger van hun eigen stam.

29. Mengatoue was trouwens ook de sjamaan van zijn stam.

30. Zet de vlag van elke stam voor het volk.

31. Een vreedzame stam, die leefde van jagen en vissen.

32. Die geweld zou gebruiken als z'n stam bedreigd wordt.

33. Toch ziet het oog alleen de bladeren, de takken en de stam.

34. Er zijn genoeg geld in de stam om alle kosten te dekken.

35. Bij de inval in Jericho heeft Achan van de stam Juda gezondigd.

36. In onze stam hebben we twaalf namen voor nieuwe leerlingen.

37. Een primitieve stam in Azië stelde de aarde voor als een enorm dienblad.

38. 8 De levieten als stam hadden Jehovah als hun deel.

39. Dan moet je de stam weer mee naar huis brengen.

40. Wij merken bijvoorbeeld op dat zij „zonen van Juda” waren, de koninklijke stam.

41. Het waren zonen van de Beërothiet Ri̱mmon, uit de stam Benjamin.

42. *+ Dat waren de gebiedsgrenzen van de families van de stam Juda.

43. Mijn stam heeft veel verlies geleden in de slag om Buhe,

44. Mozes’ zegen op die stam is opgetekend in Deuteronomium 33:23.

45. Maar zij zagen enkel de bladeren, de takken en de stam van het atheïsme.

46. Jakob (Jaap) Stam (Kampen, 17 juli 1972) is een Nederlands voetbaltrainer en voormalig speler.

47. Hoe sneller Whitehalls stam erkend wordt, hoe sneller er vooruitgang is met dat casino.

48. Deze schepsels leven in het noordoosten van de Amazone, thuisbasis van de Akuriyo-stam.

49. Maar op de staf van de stam Levi moet je de naam van Aäron schrijven.

50. + De moeder van de man was Selo̱mith, de dochter van Di̱bri, uit de stam Dan.