schoppen in French

schoppen [sxɔpən] piqûre

Sentence patterns related to "schoppen"

1. Schoppen drie.

2. Geen herrie schoppen.

3. (Applaus) Schoppen vrouw!

4. Hij zei: "Het kan een hoge schoppen of een lage schoppen zijn."

5. Nooit herrie aan het schoppen.

6. En dit is geen schoppen.

7. Boksen, schoppen, worstelen en vervolgens wapen.

8. Zij gaat het ver schoppen.

9. Zelfs schoppen vijf is weg.

10. Nou waarom schoppen jullie hem in elkaar?

11. Had hem er waarschijnlijk niet uit moeten schoppen.

12. Soms moet je gewoon tegen iets kunnen schoppen.

13. Het onmogelijke aandurven om het ver te schoppen.

14. Die gasten hebben een paar schoppen nodig.

15. Anders met machetes, bijlen, schoppen, wat dan ook.

16. Hij probeerde hem ervan af te praten een scene te schoppen.

17. Jij gaat het schoppen tot de grote van de football historie.

18. Ons huidig gereedschap ziet er niet uit als schoppen en houwelen.

19. Hij zei: "Het kan schoppen of klaveren zijn," en mijn antwoord was...

20. „Toen onze dochter twee was, ging ze op de vloer liggen schreeuwen, krijsen en schoppen.

21. The Invisible Man had hem grimmig, maar zijn armen waren vrij en hij sloeg en probeerde te schoppen woest.

22. Marco Tempest: Voor degenen die niet kaartspelen, een set kaarten bestaat uit vier symbolen: harten, klaveren, ruiten en schoppen.

23. Verwijdert de woordafbrekingen en regeleindetekens aan het einde van de regel. Probeert tevens de alinea-uitlijning te bepalen. Opmerking: deze instelling kan de opmaak van bepaalde pagina's in de war schoppen