punt in French

punt [pɵnt] bout, cime, pointe, sommet point, score point

Sentence patterns related to "punt"

Below are sample sentences containing the word "punt" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "punt", or refer to the context using the word "punt" in the Dutch - French Dictionary.

1. Punt uit. "

2. Punt, andere lijn.

3. Het kritieke punt.

4. Een strafcornerdoelpunt = 1 punt.

5. De lengte van'n punt...

6. Wat is het punt?

7. Punt aan de lijn.

8. " Schreeuwde ze op dat punt.

9. Het laatste punt is kuddegedrag.

10. Je leidt er schapen mee van punt A naar punt B, hoe dan ook.

11. De punt moest scherp zijn.

12. Dat is gewoon mijn punt.

13. Is er een zwak punt?

14. Het is zijn strategisch punt.

15. Hij heeft wel een punt.

16. Tweede punt op mijn lijst: klimaatverandering.

17. En hij blijft bij zijn punt.

18. Met piercing staal aan de borst vet Mercutio's; Wie, allemaal als warme, blijkt dodelijk punt tot punt,

19. Maar goed, het punt is gemaakt.

20. Dat brengt me tot mijn laatste punt.

21. In welk kwadrant punt ligt - 7, 7?

22. Scheid meerdere adressen met een dubbele punt.

23. Ze maakten er niet zo'n punt van.

24. Denk alstublieft even over dit punt na.

25. PUNT VAN OVEREENKOMST IN DEZE CONTEXT: Conserveringsmiddel

26. Al deze zinnen hebben een punt nodig.

27. Een simpel voorbeeld kan dit laatste punt verduidelijken.

28. Laten we Nehors laatste punt dus nader bekijken:

29. De omelet staat op het punt te ontploffen.

30. Hier bij de punt zie je'n wit lijntje.

31. Dat is het punt waar ik humor ontdekte.

32. „Ik bereikte het punt dat ik dood wilde.”

33. Het punt is: ik wil geen verkeersagent zijn.

34. We zitten precies op dat punt van transitie.

35. Het punt is, we zijn nu allemaal doelwit.

36. Een ander punt was de afname van conflicten.

37. En toen drong het door... op dat punt.

38. Het punt is dat geld geen geluk verzekert.

39. Hij deed wel alsof hij op het punt stond.

40. Ik bid nog steeds om zelfbeheersing op dat punt.

41. Ik denk dat ons sterkste punt de grondwet is.

42. Dat was niet het punt waar het om ging.

43. Welk fundamentele punt maakt Micha 6:6, 7 duidelijk?

44. Toetsaanslagen herhalen: Houd de punt (.) of het streepje (-) ingedrukt.

45. De schoolopziener bepaalt aan welk punt je moet werken.

46. Dat is dus dit punt hier, 0 komma 0.

47. Mijn gravimetrische pinnen kunnen't middel - punt van de Convergentie stabiliseren.

48. 13 Houd het punt in gedachte waar het om gaat.

49. Het vijfde punt is dat we onvoldoende investeerden in infrastructuur.

50. Het wonder hoeft nog maar een punt in't toernooi winnen.