monster in French

monster [mɔnstər] monstre spécime

Sentence patterns related to "monster"

1. Verschrikkelijk monster

2. Zoek monster locaties.

3. Monster in de war!

4. Jij drie-ogig monster.

5. Het is een monster.

6. Die man is'n monster.

7. Tijd om het Monster te ontmoeten.

8. Het monster slokte het naar binnen.

9. Dit is een positief monster.

10. Ik hoop dat het monster slaapt.

11. Je lijkt niet op een monster.

12. Ik ben geen klein, pervers monster.

13. Er is nooit een monster geweest.

14. Om het monster boven de deur.

15. Onzedelijkheid is een monster zo angstaanjagend,

16. Dat beige monster valt nogal op.

17. Dat huis verandert me in een monster.

18. Laat je het monster onder je bed?

19. Ze komen in lowrider, semi-en monster.

20. (Video) monster van Frankenstein (SS's stem): (gromt)

21. Jij bent niks anders dan een monster.

22. We hebben een monster van het middel nodig.

23. Furlough is als het monster van Loch Ness.

24. Dus het monster komt vanonder het bed loeren.

25. Ik wist niet dat Stormvloed zo'n monster is.

26. Voor een kanarie is een kat een monster.

27. Iedereen had wel een eigen verhaal over het monster.

28. Heren, ik presenteer u de monster van Paradise Falls.

29. Maar nu is het tijdperk van het monster voorbij.

30. Het monster in de geheime kamer is een Basilisk.

31. Weer heeft het team een monster bestreden en overwonnen.

32. Hij eet maar door en is een walgelijk monster geworden.

33. Lucy had het 24e chromosoom... maar ze was geen monster.

34. Heb je het monster dat ik je gaf kunnen analyseren?

35. Moeten we die naam toevoegen aan het Monster van Italië?

36. Het is een verdomde mythe net als'Bigfoot'of het monster van'Lochness'.

37. Twee cent om de monster baby vast te houden.

38. Ze noemen het linkse veld hek het Groene Monster.

39. Jim is geen monster, Dale, of een hondsdolle hond.

40. Voor elk monster dat de speler verslaat krijgt hij ervaringspunten.

41. Welk monster eet lever, verkloot je slaap, en veroorzaakt bloedingen.

42. Het is een monster, hij kan doen wat hij wil.

43. Eén keer neuken met dat monster, en je bent meteen weg.

44. En ik heb geen wapen waarmee ik het monster kan doden

45. De drie protagonisten vallen overboord, en belanden op het monster.

46. en hij zal het monster dat in de zee is doden.

47. Halloween behoort toe aan monsters, en dit monster is een pompoenplettende gigant.

48. De enige vrouw om wie ik ooit gaf... zit gevangen in dat monster.

49. Mijn enige gave is om het bange monster onder het bed te zijn.

50. Welk monster laat een Duitser experimenten verrichten, om hun land te beschermen?