koffer in French

koffer [kɔfər] coffre, malle valise

Sentence patterns related to "koffer"

1. De koffer.

2. Maar pak je koffer uit. "

3. Ik moest alleen deze koffer afgeven.

4. Breng deze koffer naar de zolder.

5. Aan wie was die koffer geadresseerd?

6. Er zit voor een half miljoen in de koffer.

7. Lichtkogels, EHBO-koffer, touw, dekens en wat muëslirepen.

8. Ze leggen hun machtige koffer niet onder een bank.

9. Ik heb mijn koffer weggegooid toen ik hier kwam.

10. De gisting-motor hierboven, de bak gaat niet in de koffer.

11. In #, tegen het eind van mijn #e levensjaar, pakte ik mijn koffer in en nam afscheid

12. Er zit 500 miljoen in de koffer en 20 ton pure Colombiaanse drugs in de tankers.

13. Hij rende een paar trappen af en gooide de koffer vervolgens in een fontein, waar de bom explodeerde.

14. Ik kwam als winnaar uit de bus en kreeg een prachtige viool in een koffer van krokodillenleer.

15. Onze kleren zaten nu bijvoorbeeld in een la en niet in een koffer. En we hoorden bij één gemeente.

16. Om dat probleem op te lossen, vond broeder James Cole een inklapbaar frame op twee wielen uit waarop met schroeven een koffer gemonteerd kon worden.

17. Ik kon niet gaan overnachten bij mijn vriend Jeff want ik zou de volgende ochtend naar Europa vliegen en had dus mijn paspoort en koffer nodig.

18. In plaats daarvan -- je kent dat wel, op het vliegveld, dan draaien de koffers daar rond op die band, en op het eind blijft er altijd één koffer over, die niemand wil, die niemand komt ophalen.