kalkoen in French

kalkoen [kɑlkun] dindo

Sentence patterns related to "kalkoen"

1. Ik ben een gare kalkoen.

2. Een kalkoen, meneer.

3. Phoebe eet geen kalkoen.

4. De toffe gratie-kalkoen?

5. Ik heb'n broodje kalkoen.

6. Marshall vond de perfecte kalkoen.

7. Jullie hebben teveel kalkoen gegeten.

8. Van jou of de kalkoen?

9. Ik heb twee soorten sandwiches tonijn en kalkoen.

10. Maak die kalkoen eens af.

11. 20 minuten voor een pond kalkoen.

12. En ik maak dit jaar overigens geen kalkoen klaar.

13. De kalkoen is uitgedroogd en de vulling te nat.

14. Je moet nog een hele kalkoen opeten.

15. Aanschouw de kracht van de gratie-kalkoen.

16. Ik wil gewoon weer een gratie-kalkoen zijn.

17. En Kerstmis gaat ook ten onder aan de kalkoen.

18. Miss McAdam krijgt een broodje kaas en de rest extra kalkoen.

19. En eentje met kalkoen, een beetje mayonaise en nog minder mosterd.

20. En dan op de een of andere manier laat je de kalkoen verpieteren.

21. Het is niet de moeite om een kalkoen te bereiden voor drie mensen.

22. Dit is een kalkoen in Wisconsin, op het terrein van de Ethan Allen jeugdgevangenis.

23. Als eerste moet je naar kamp David toe om daar de gratie-kalkoen te vinden.

24. Op het menu staan idiote Algierse kip, een veganistische walnoot-burger, of een senwich met bargoense kalkoen.

25. Koe is koe, schaap is schaap, varken is varken en pluimvee -- kalkoen, eend, kip -- dat somt het wel zo'n beetje op.

26. Een kalkoen van zes kilo zou echter te veel zijn voor mij alleen, dus nodigde ik enkele studenten uit andere landen en verafgelegen staten uit.

27. ‘En hoe zou u zich voelen als u erachter komt dat de dader en zijn maten alleen maar aan de kalkoen waren gekomen, omdat ze een creditcard hadden gestolen en zich hadden uitgeleefd in zinloze aankopen, gewoon voor de lol?